Het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is een functionele stoornis van het spijsverteringskanaal die 10 à 15% van de Europese bevolking treft*. Het komt voornamelijk voor bij vrouwen, hoewel de reden daarvoor nog steeds niet gekend is. PDS blijft een mysterie, want het wordt niet alleen gekenmerkt door buikpijn of terugkerende verteringsongemakken in combinatie met transitproblemen, maar ook door heel wat aspecifieke symptomen.
Onze drie experts, dr. Hubert Piessevaux (maag- en darmarts), dr. Thierry Hesbois (huisarts-homeopaat) en prof. Gert Laekeman (apotheker) lichten toe waarom een individuele globale aanpak vandaag de beste behandelingsperspectieven biedt.
Er zijn verschillende namen voor deze functionele darmstoornis, zoals ‘prikkelbaarcolonsyndroom’, ‘spastisch colon’ of ‘geïrriteerde darm’. In conceptueel en wetenschappelijk opzicht lijkt het begrip ‘prikkelbaredarmsyndroom’ het meest aangewezen: het verwijst naar een geheel van symptomen (dus een syndroom) die niet alleen betrekking hebben op het colon, maar op het hele darmkanaal, en bij gebrek aan een objectiveerbaar lichamelijk letsel ligt de nadruk op de prikkelbaarheid van het verschijnsel.
Toch zijn de symptomen er niet eigen aan, omdat ze in andere omstandigheden bij iedereen kunnen worden waargenomen. Daarom vonden wetenschappers het noodzakelijk om diagnostische criteria (de Rome III-criteria) op te stellen om PDS te onderscheiden van darmstoornissen van voorbijgaande aard. Deze criteria, die rekening houden met het chronische en terugkerende karakter van het verschijnsel, gaan uit van de frequentie waarmee de symptomen verschijnen om een diagnose te stellen.
Van de wetenschap naar de praktijk
Wetenschappers omschrijven PDS als een chronische (meer dan twee jaar durende) “pathologie” die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van actieve of intermitterende symptomen (sinds minstens zes maanden) en pijn die gepaard gaat met transitproblemen (diarree, constipatie of afwisseling van de twee) die wijzigen na de toiletgang. Deze kwantitatieve criteria zijn in de klinische praktijk evenwel niet altijd eenvoudig toe te passen. Daarom maken dokters meer gebruik van een eenvoudiger, maar even juiste versie die zich voornamelijk richt op de soorten buikpijn die duiden op PDS (zoals voorbijgaande, regelmatige, voortdurende, sluimerende, spastische of brandende pijn) en die gepaard gaan met transitproblemen.
PDS en subgroepen
Volgens de Rome III-criteria en op basis van de kenmerken in de ontlasting van de patiënt spreken we van:
Prikkelbaredarmsyndroom met diarree
- waterige ontlasting >25% van de tijd en harde ontlasting <25% van de tijd
- maakt tot een derde uit van de gevallen
- frequenter bij mannen
Prikkelbaredarmsyndroom met constipatie
- harde ontlasting >25% van de tijd en zachte ontlasting <25% van de tijd
- maakt tot een derde uit van de gevallen
- frequenter bij vrouwen
Prikkelbaredarmsyndroom met afwisselend diarree en constipatie
- harde en zachte ontlasting >25% van de tijd
- komt voor bij een derde tot de helft van de gevallen
Meerdere benaderingen zijn essentieel in de eerste lijn
Interview met dr. Thierry Hesbois, Huisarts-homeopaat in Philippeville.
Het probleem identificeren, een prioriteit?
De patiënt ondervragen is van essentieel belang om alle signalen (met betrekking tot de darmen en andere) te onderzoeken en met elkaar in verband te brengen. Hierbij moet rekening worden gehouden met het profiel en de medische achtergrond van de patiënt. En wie kan dat beter doen dan de huisarts? Bovendien komt deze problematiek met 1 à 2 consultaties per dag veel voor in de algemene geneeskunde, waardoor de huisarts er veel praktische kennis over opdoet.
Is een multidirectionele benadering noodzakelijk?
Om PDS (en andere veel voorkomende functionele stoornissen zoals fibromyalgie en spasmofilie) optimaal te kunnen behandelen, is het inderdaad belangrijk dat de arts voor een multidirectionele aanpak kiest waarmee hij op verschillende niveaus tegelijk kan handelen en de patiënt een meer persoonlijke hulp kan bieden. Daarom wordt er bij deze behandeling vaker een beroep gedaan op fytotherapie, homeopathie, nutritherapie of psychologie als aanvulling op geneesmiddelen en op maatregelen voor hygiëne en dieet. De complexiteit en het aspecifieke karakter van functionele stoornissen vraagt om een andere therapeutische aanpak dan organische pathologieën. Om de vaak nutteloze, zware en dure medische onderzoeken te vermijden is het dan ook hoog tijd dat de artsen zich meer openstellen voor therapieën, zodat de patiënten worden geholpen en zodat hun levenskwaliteit verbetert. Slechts heel af en toe is bij PDS de interventie van een specialist nodig.
Grondige medische onderzoeken leveren vaak niets op!
Interview met dr. Hubert Piessevaux, Maag- en darmarts in Saint-Luc, Brussel
PDS, een diagnose door uitsluiting?
PDS maakt 30% uit van de consultaties bij de maag- en darmarts. En toch zouden de meeste gevallen door de algemene geneeskunde kunnen worden behandeld. Er zijn evenwel te weinig artsen (zowel huisartsen als specialisten) die vandaag een adequate opleiding over functionele pathologieën zoals PDS, fibromyalgie, spasmofilie en chronische vermoeidheid hebben gekregen. Die gebrekkige kennis ligt vaak aan de basis van ontoereikende behandelingen en de toevlucht tot aanvullende medische onderzoeken! Veel artsen stellen de diagnose van het prikkelbaredarmsyndroom tegenwoordig nog door uitsluiting en doen daarom een beroep op medische onderzoeken zoals een coloscopie of een morfologisch onderzoek. De wetenschappelijke literatuur is er echter duidelijk over en bewijst dat dit helemaal niet nodig is!
Daarom moeten artsen goed geïnformeerd en opgeleid worden, zodat ze zich voornamelijk op de symptomen gaan baseren bij het stellen van hun diagnose. Daarbij hoort ook een goede kennis van het profiel en de levensomstandigheden van hun patiënt.
Behandeling: stap voor stap te werk gaan?
De medische literatuur toont aan hoe belangrijk de houding van de arts (huisarts of specialist) vanaf het begin is bij PDS.
Dit zijn de aanbevelingen:
1. Luisteren, begrijpen en geruststellen
Om de patiënt eerst en vooral van zijn schuldgevoel te bevrijden en zijn klachten en de ernst ervan na te gaan. Vele studies tonen immers aan dat de levenskwaliteit van patiënten met PDS even slecht is als bij de ziekte van Crohn of bij hartinsufficiëntie. Toch hebben te veel patiënten het gevoel dat er geen rekening gehouden wordt met hun ziekte.
2. De functionele pathologie verduidelijken
Om ervoor te zorgen dat de patiënt begrijpt dat het om een probleem van de darmfunctie gaat en dat het geen zin heeft om medische onderzoeken te doen. En hem leren welke mechanismen de symptomen doen verschijnen:
– overgevoeligheid van het spijsverteringskanaal
– motorische stoornissen van het spijsverteringskanaal
– een invloed van vele psychologische factoren
Wat men er ook van kon denken, het probleem van de prikkelbare darm lijkt niet alleen verband te houden met afwijkingen van het enterische zenuwstelsel, maar ook met een disfunctie van het centrale zenuwstelsel, dat de neiging vertoont om signalen van het spijsverteringskanaal te “benadrukken”. Alsof de informatie die van de darmen naar de hersenen gaat door een volledig opengedraaide versterker wordt gestuurd, die een te sterk en dus pijnlijk signaal uitzendt.
We weten dat de zenuwen die uit het spijsverteringskanaal komen en de pijn overbrengen, langs de achterhoorn van het ruggenmerg passeren vooraleer ze naar de hersenen gaan. En we kennen ook de zenuwbundels die vanuit de hersenen langs de hoorn van het ruggenmerg lopen en die als een soort filter deze signalen moeten remmen om te vermijden dat er pijnlijke informatie van het spijsverteringskanaal en omstreken naar de hersenen wordt overgebracht. Dat wordt de afdalende inhibitie van de nociceptieve banen genoemd (descending inhibition). Welnu, een van de geïdentificeerde afwijkingen bij PDS lijkt een disfunctie van dit systeem te zijn. Dit mechanisme zou de impact van centrale stoornissen op het overgevoelige maag- en darmstelsel kunnen verklaren. Daarbij komen waarschijnlijk nog vele andere factoren, zoals stress en hormonen.
3. Een behandeling overwegen
Het verband tussen deze fenomenen bewijst hoe complex de pathologie en de symptomen zijn en dat het geen zin heeft om zich enkel te focussen op de motoriek of de gevoeligheid van het spijsverteringskanaal. Een therapie biedt enkel doeltreffend verlichting als er voor een globale aanpak wordt gekozen die een verbetering van de levenskwaliteit verschaft.
Bovenal moet die aanpak het onderscheid maken tussen de hoofdsymptomen (voor de ene is dat pijn, voor de andere constipatie of diarree) en de bijkomende symptomen, zodat er kan worden gekozen voor een behandeling met klassieke therapeutische middelen (pijnstillers, antispasmodica, antidepressiva, antidiarreïca, laxeermiddelen, enz.) , voor maatregelen op het vlak van hygiëne en dieet, of voor natuurlijke methoden zoals fytotherapie. Ook moet aan de patiënt worden uitgelegd dat er geen standaardprocedure bestaat en dat het waarschijnlijk beter is om hem te helpen zoeken naar voedingsfactoren zoals lactose-intolerantie die de symptomen verergeren, om die bij te sturen.
Ook van probiotica wordt gezegd dat ze op dit gebied kunnen helpen. Hoewel sommige stammen, met name bifidobacteriën en bepaalde gisten, duidelijk op de darmflora en op sommige symptomen inwerken, zijn ze momenteel nog niet allemaal onderzocht. Bovendien zijn er absoluut nog meer nauwkeurige klinische studies nodig om het therapeutische nut van deze stammen bij PDS beter in kaart te brengen. Bewijzen op het gebied van PDS zijn voorlopig nog schaars.
Tot slot wijzen bepaalde klinische studies op het vlak van fytotherapie pepermuntolie aan als bijzonder interessant voor de behandeling van PDS, want de antinociceptieve werking ervan (visceraal analgeticum) doet de pijn afnemen en vermindert het opgeblazen gevoel.
*World Gastroenterology Organization, 2009