Mannen eten meer vlees dan vrouwen. Maar de verhouding tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid bepaalt ook de aantrekkingskracht van vlees en de gevoeligheid voor de voedseltransitie, ook bij vrouwen.
Het is algemeen bekend dat mannen meer vlees eten dan vrouwen. Het laatste onderzoek van Sciensano bevestigt dit opnieuw: 364 g rood vlees per week voor mannen, 245 g voor vrouwen. Achter deze vaststelling schuilt vaak een dichotomische visie die vlees associeert met het mannelijke geslacht. Maar in werkelijkheid verdient deze visie te worden verfijnd en genuanceerd. Dat blijkt uit deze studie, uitgevoerd door een team van Britse onderzoekers.
De termen “mannelijkheid” en “vrouwelijkheid” verwijzen naar het gedrag en de eigenschappen die traditioneel worden geassocieerd met mannen of vrouwen. Deze eigenschappen kunnen sterk variëren naargelang de cultuur en de historische periode, maar de gemeenschappelijke kenmerken van mannelijkheid die in de wetenschappelijke literatuur worden vermeld, omvatten vaak kracht, zelfvertrouwen, onafhankelijkheid, leiderschap, moed en competitiviteit, terwijl die van vrouwelijkheid empathie, gevoeligheid, medeleven, gratie en welwillendheid omvatten.
Lees ook: Als het woord ‘vegetarisch’ leidt tot meer vlees eten
Vlees wordt cultureel geassocieerd met mannelijkheid
Mannelijkheid en vrouwelijkheid zijn niet intrinsiek verbonden met het biologische geslacht. Het zijn eerder maatschappelijk gevormde concepten die zowel door vrouwen als mannen op verschillende manieren kunnen worden uitgedrukt. De uitdrukking ervan wordt beïnvloed door factoren zoals opvoeding, omgeving en persoonlijke identiteit. Cultureel gezien wordt vlees vaak geassocieerd met mannelijkheid, wat zijn oorsprong zou vinden in de historische rol van mannen als jagers. Maar zowel mannen als vrouwen kunnen vlees eten om mannelijkheid uit te drukken.
Hoewel vlees in het verleden waarschijnlijk een nuttige rol heeft gespeeld in de evolutie van de mens, is de huidige situatie in veel samenlevingen heel anders. Overmatige consumptie van vlees (en bewerkte vleesproducten) wordt in verband gebracht met negatieve effecten, zowel voor de gezondheid van de mens als voor de gezondheid van de planeet. Daarom is het interessant om aandacht te besteden aan deze mannelijkheid, die een obstakel lijkt te vormen voor de voedseltransitie naar minder vlees en meer plantaardige producten.
In deze studie onderzochten de onderzoekers het verband tussen gender, mannelijkheid, vrouwelijkheid en eetgedrag, waaronder vleesconsumptie, en de wens van de deelnemers om hun vleesconsumptie te verminderen.
Lees ook: Darmen: een verschil tussen mannen en vrouwen?
Naast gender is ook het aandeel vrouwelijkheid van belang
In deze studie hebben de onderzoekers de 959 deelnemers gevraagd om zichzelf te beoordelen op het hele spectrum van mannelijkheid-vrouwelijkheid, in plaats van zich strikt te beperken tot ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’. Deze innovatieve benadering, waarbij vrouwelijkheid van mannelijkheid wordt afgetrokken, leverde aanvullende informatie op, die verbanden met vleesconsumptie onafhankelijk van geslacht aantoonde. Want hoewel mannen en personen met een hoge score op de mannelijkheid-vrouwelijkheidsschaal minder geneigd zijn om hun vleesconsumptie te verminderen, geldt dit resultaat niet voor mannelijkheid alleen. Door de concepten vrouwelijkheid en mannelijkheid te integreren, krijgen we dus een genuanceerder beeld van eetgedrag.
In hun conclusie nodigen de auteurs gezondheidsprofessionals en beleidsmakers uit om na te denken over de manier waarop mannelijkheid en gender van invloed kunnen zijn op de acceptatie van maatregelen om de plaats van vlees in de voeding te veranderen.
Lees ook: Vetverdeling: verschil tussen mannen en vrouwen
Walton A et al. Food Policy 2026,138:103002. https://doi.org/10.1016/j.foodpol.2025.103002Bron