Intermittent fasting heeft een goede reputatie voor gewichtsverlies opgebouwd. Je moet hierbij niet al te veel nadenken over wat je eet, maar wel wanneer je eet. Maar is die doeltreffendheid ook bewezen in vergelijking met een constante calorierestrictie? We zoeken het uit.
Eet je niet? Neen, ik doe aan intermittent fasting … Een actueel thema dat een frisse wind laat waaien over de manier waarop we uiteindelijk hopen om wat minder calorieën binnen te krijgen, gewicht te verliezen en allerlei metabolische parameters te verbeteren zónder calorieën te moeten tellen. Er bestaat niet één, maar twee schema’s voor intermittent fasting die op hetzelfde principe gebaseerd zijn: langdurig vasten in een klassiek voedingspatroon waarbij men 7 dagen op 7 ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds eet. Een van de meest toegepaste methodes is 16/8, waarbij je enkel tussen 8 en 16 uur mag eten. Dit komt dus neer op het overslaan van de avondmaaltijd (en elk tussendoortje na 16 uur). Sommigen slaan het ontbijt (en elk tussendoortje in de voormiddag) over en beginnen pas ‘s middags te eten. Een andere methode is 5 dagen gewoon eten en 2 dagen per week vasten.
Lees ook: Biologische klok en microbiota houden vetopslag onder controle
Meer opgaves met intermittent fasting
De wetenschap doet nog maar enkele jaren onderzoek naar de doeltreffendheid van intermittent fasting. Deze studies duren meestal ook niet lang, het aantal deelnemers is beperkt en het ontbreekt meestal aan een controlegroep, wat de reikwijdte ervan sterk beperkt. De resultaten zijn bovendien niet zo denderend …
In 2023 verscheen er een studie in nature medicine die het effect van streng intermittent fasting (enkel eten tussen 8 en 12 uur) vergeleek met een energierestrictie van 70 % van de behoeften (1). Hieruit bleek dat intermittent fasting de beste resultaten gaf voor glycemie en glucosetolerantie op 6 maanden. Maar na 18 maanden was er geen verschil meer tussen de groepen én minder dan de helft van de deelnemers in de groep intermittent fasting kon dit dieet volhouden, tegenover 80 % in de groep calorierestrictie. Het nieuwe intermittent fasting lijkt dus niet overtuigend en is wellicht moeilijk vol te houden.
Lees ook: Hypnose, een hulpmiddel in de aanpak van obesitas?
Geen significante verschillen
Een nieuwe review, gebaseerd op het onderzoek van 342 artikels die intermittent fasting en constante calorierestrictie vergelijken, alsook 10 gerandomiseerde onderzoeken met een controlegroep en 623 deelnemers, werpt het licht op dit thema. Of liever: maakt het moeilijk om intermittent fasting als beste methode naar voren te schuiven … Hoewel een gering extra verlies in gewicht (- 0,94 kg) en vetmassa (- 1,08 kg) op 6 maanden werd vastgesteld bij de groep intermittent fasting, werden deze resultaten niet als klinisch significant beschouwd. Maar nog belangrijker: bij beide methodes werden er vergelijkbare effecten vastgesteld op het vlak van magere massa, taille- en heupomtrek, bloeddruk, lipidenprofiel en glucosemetabolisme. Enkel de gevoeligheid voor insuline was beter met intermittent fasting. De onderzoekers besluiten dat – ondanks deze voordelen op korte termijn – intermittent fasting geen betere resultaten op lange termijn heeft aangetoond in vergelijking met een constante calorierestrictie. Beide strategieën zijn doeltreffend voor gewichtsbeheersing, maar verder onderzoek is nodig om de klinische pertinentie op lange termijn van intermittent fasting bij mensen met obesitas te beoordelen.
Lees ook: Welke invloed heeft ontbijten op het gewicht?