Onderzoekers hebben voor het eerst een mondiale inschatting gemaakt van de inname van micronutriënten. 5 miljard mensen krijgen onvoldoende jodium, vitamine E en calcium binnen. Enkele kanttekeningen bij deze cijfers …
Diverse studies legden al het verband bloot tussen het tekort aan micronutriënten en ontoereikende voedselinname. Dit onderzoek, gepubliceerd in The Lancet Global Health, werd nu voor het eerst op wereldschaal uitgevoerd. Doel: een inschatting maken van de van de inname van 15 essentiële micronutriënten in 185 landen, zo goed als wereldwijd dus. De auteurs gingen voor elke micronutriënt na welk deel van de bevolking de aanbevolen inname haalde. Anders gezegd, bij welke bevolkingsgroepen wordt de voedselinname als ontoereikend aangemerkt. Het resultaat is een overzicht per regio van de wereldwijde innametekorten. Daarnaast wijst de analyse ook op genderspecifieke verschillen.
Lees ook: Voedselverspilling in de wereld: België op kop
Jodium: het micronutriënt dat wereldwijd het vaakst ontbreekt
Uit deze evaluatie blijkt dat 5 miljard mensen niet genoeg micronutriënten binnenkrijgen. Het gaat om deze drie soorten:
- 68 % van de wereldbevolking heeft een tekort aan jodium
- 67 % van de wereldbevolking heeft een tekort aan vitamine E
- 66 % van de wereldbevolking heeft een tekort aan calcium
Daarnaast hebben 4 miljard mensen wereldwijd te weinig:
- IJzer (68 % van de wereldbevolking)
- Riboflavine (55 % van de wereldbevolking)
- Foliumzuur (54 % van de wereldbevolking)
- Vitamine C (53 % van de wereldbevolking)
Het onderzoek laat ook zien dat vrouwen vaker minder jodium, vitamine B12, ijzer en selenium binnenkrijgen dan mannen, die op hun beurt meer innametekorten aan magnesium, vitamine B6, zink, vitamine C, vitamine A, thiamine en niacine vertonen.
Lees ook: Vetverdeling: verschil tussen mannen en vrouwen
Interpretatie van de resultaten met voorbehoud
Betekent dit vrij sombere beeld van de inname van micronutriënten dat we onze tekorten aan moeten vullen met supplementen? Toch niet … Het onderzoek heeft dan wel de verdienste dat het specifieke tekorten uitlicht volgens regio en gender, die nuttig kunnen zijn voor het gezondheidsbeleid van de bevolking, toch is enige voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van de resultaten. In de eerste plaats omdat de studie alleen rekening houdt met de inname van micronutriënten die van nature in voeding zitten, en niet met de inname van voedingstoffen afkomstig van verrijkte of versterkte voedingsmiddelen en van voedingssupplementen. Maar vooral omdat het deel van de bevolking met lagere innames dan de aanbevolen hoeveelheid op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd … We weten dat de gemiddelde behoefte voldoende is om te voorzien in de behoefte van 50 % van de bevolking. En die gemiddelde behoefte is lager dan de aanbevolen innames op basis waarvan hun innames worden bepaald (ingeval de gemiddelde behoefte gekend is). Situaties waarin personen 1 %, 30 % of 60 % onder de aanbevolen inname zitten, zijn stuk voor stuk erg verschillend, maar vallen wel allemaal onder de categorie ‘ontoereikende inname’. We mogen ‘ontoereikende inname’ (ten opzichte van de aanbevelingen die in theorie de behoeften van de hele bevolking dekken), deficiëntie (tekort met gevolgen voor de biologische markers) en tekort (in dusdanige mate dat er klinische symptomen kunnen optreden) niet onderling verwarren. Die laatste term wordt vaker fout dan juist gebruikt …
Lees ook: Vitamine D en plantaardige voeding: welke oplossingen zijn er?