Het paleodieet wordt gepromoot vanwege zijn zogenaamde voordelen voor de darmgezondheid. In realiteit is het echter een ramp voor heel wat darm- en cardiovasculaire gezondheidsmarkers. Dat bracht deze Australische klinische studie aan het licht.
Het paleolithische dieet, of paleodieet, is gebaseerd op de hypothese dat het menselijk genoom zich niet heeft aangepast aan het eten van landbouwproducten. Het is dus gebaseerd op het eten van vlees, vis, eieren, noten, fruit en groenten. Het is vrij van verwerkte voedingsmiddelen, granen en zuivelproducten. Het wordt wereldwijd gepromoot, vooral vanwege de zogenaamde voordelen voor de darmgezondheid. Maar het uitsluiten van granen en zuivelproducten druist in tegen de voedingsaanbevelingen die, in tegenstelling tot het paleodieet, op bewijzen gebaseerd zijn. Zich onthouden van volkoren- en peulgranen maar wel veel vlees eten wijst bovendien niet op een gunstige modulatie van de darmmicrobiota.
Lees ook: Dit zijn de slechtste diëten van 2018
Markers van het paleodieet
Het hoge gehalte aan dierlijke eiwitten in het paleodieet leidt tot een verhoogde productie van trimethylamine-oxide (TMAO) in het darmkanaal. Deze verbinding wordt in verband gebracht met een verhoogd cardiovasculair risico. Een team van Australische onderzoekers voerde, voor het eerst, een studie uit om de effecten van het paleodieet op markers van de karteldarmgezondheid, microbiota en het gehalte van serum TMAO te beoordelen.
De wetenschappers hebben daarom een transversale studie uitgevoerd op een groep van 44 personen die meer dan 1 jaar lang het paleodieet volgden. Daarnaast voerden ze ook een studie uit op 47 personen die hadden gegeten volgende de Australische nationale voedselaanbevelingen. Op basis van wegingen gedurende 3 dagen, en voornamelijk op basis van het uitsluiten van granen en zuivelproducten, maakten de onderzoekers een onderscheid tussen een strikt paleodieet en een zogenaamd pseudo-paleodieet.
Lees ook: Crashdiëten kunnen schadelijk zijn voor het hart
Catastrofale resultaten
De resultaten van dit onderzoek, dat gepubliceerd werd in het European Journal of Nutrition, pleiten niet voor het paleodieet, wel integendeel. De auteurs merkten op dat er bij beide types van paleodieet minder resistent zetmeel werd opgenomen. Resistent zetmeel is echter het substraat bij uitstek voor de vorming van korteketenvetzuren in de dikke darm, in het bijzonder butyraat. Dit laatste wordt tegenwoordig als gunstig beschouwd voor de darmgezondheid.
Bovendien stelden ze tussen de twee dieettypes een verschil vast in de samenstelling van de darmflora, met meer Hungatella – die trimethylamine produceren – bij beide paleogroepen. Tot slot zijn de serum TMAO-gehaltes hoger in de strikte paleogroep dan in de andere twee groepen, en zijn deze omgekeerd evenredig met het eten van volkorengranen.
Kortom, voor een dieet dat de spijsverteringsgezondheid hoog in het vaandel draagt, toont een rationele benadering ons aan dat we ver van de werkelijkheid verwijderd zijn…