Veel mensen kunnen een vette hap wel smaken omdat zoiets – op korte termijn – troost biedt. Maar paradoxaal genoeg kan vette voeding ook angst bevorderen. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek bij knaagdieren. Opnieuw wordt aangenomen dat de darm-hersenas hierin een rol speelt.
Vet activeert net als suiker ons beloningssysteem en biedt kortstondig troost. Dat verklaart waarom mensen in stressvolle situaties vaak naar voedingsmiddelen met een hoog vet- en/of suikergehalte grijpen (‘emotie-eten’). Vetrijk voedsel wordt bovendien gelinkt aan de obesitasepidemie, aangezien het een zeer geconcentreerde vorm van energie bevat. En het is geweten dat zwaarlijvigheid en angst vaak hand in hand gaan – én steeds vaker voorkomen in onze moderne stedelijke samenlevingen. Dierstudies hebben aangetoond dat obesitas veroorzaakt door een vetrijk dieet neuro-inflammatie en angstgerelateerd defensief gedrag versterkt. Sommige onderzoeken suggereren ook dat het darmmicrobioom en het serotoninesysteem in de hersenen hierbij betrokken zijn.
Lees ook: Psychobiotica in dienst van de geestelijke gezondheid?
Vet maakt dikker en wijzigt het microbioom
In een onderzoek van de University of Colorado Boulder werden adolescente ratten in twee groepen verdeeld. De ene groep kreeg een standaard dieet waarbij 11% van de energie uit vetten bestond. De andere groep kreeg een vetrijk dieet (45% van de energie uit vet), met vooral verzadigde vetzuren uit dierlijke producten. Er werden regelmatig fecesmonsters genomen om het darmmicrobioom te analyseren en na 9 weken werden de ratten onderworpen aan gedragstesten.
Dat de dieren met het vetrijke dieet meer aankwamen hoeft niet te verbazen. Daarnaast bleek dat ze een minder divers microbioom hadden dan de knaagdieren in de andere groep, met veel meer Firmicutes en minder Bacteroidetes. Dit laatste werd al gelinkt aan een westers dieet en obesitas. Bovendien vertoonden de dieren met het vetrijke dieet een toename in angstgerelateerd defensief gedrag.
Lees ook: Gedroogde bonen: doeltreffende en toegankelijke prebiotica
Meer vet, meer angst
Maar dat is niet alles: de ratten die meer vet aten, vertoonden een hogere expressie van 3 genen die betrokken zijn bij de productie van serotonine, een neurotransmitter die het humeur kan beïnvloeden en als een antagonist werkt voor dopamine, dat het beloningssysteem activeert … Maar bepaalde subtypen van serotonine kunnen, als ze geactiveerd worden, angst veroorzaken. Een van die genen, tph2 (tryptofaanhydroxylase), is gelinkt aan stemmingsstoornissen en een risico op zelfmoord bij de mens. De onderzoekers spreken daarom van een ‘moleculaire handtekening’ van een angsttoestand in de hersenen veroorzaakt door een vetrijk dieet. En ze poneren de hypothese dat dit effect gemedieerd wordt door veranderingen in het darmmicrobioom.
Merk op dat we niet alle vetten over één kam mogen scheren. Zo kunnen vette vis, noten, zaden en olijfolie bijvoorbeeld ontstekingsremmende effecten hebben die waarschijnlijk gunstig zijn voor de hersenen.
Lees ook: Vis: goed voor de hersenen en de nachtrust van kinderen