Volgens onderzoekers van het Imperial College London is de kans om te sterven aan een anafylactische shock als reactie op voeding een pak kleiner dan de kans om te sterven door een ongeval of een misdaad.
Bijna een op de zes kinderen heeft een voedselallergie. Velen onder hen lijden zelfs aan een ernstige vorm ervan, en hun ouders zijn dan ook bijzonder bang voor het potentiële risico op de ergste uiting van de allergie: een anafylactische shock.
Om een objectief antwoord te geven op de angst van die ouders hebben de Londense onderzoekers, via een meta-analyse van 13 studies bij allergische populaties, het reële risico om te sterven op een jaar tijd in deze situatie berekend. Bij iemand die allergisch is, ongeacht de leeftijd, wordt dit risico op 1,81 op 1 miljoen geschat. Voor de jongsten (0-19 jaar) stijgt dit risico licht naar 3,25 op 1 miljoen.
Om deze cijfers te relativeren, hebben de onderzoekers ze vergeleken met Europese gegevens over criminaliteit en het sterftecijfer bij ongevallen. Daaruit blijkt dat het risico om tijdens een gegeven kalenderjaar vermoord te worden in Europa 11 op 1 miljoen bedraagt, en het risico om te sterven bij een ongeval 325 op 1 miljoen.
Voor de auteurs van de studie is de belangrijkste boodschap om te onthouden en te verspreiden dat sterven door anafylaxie een zeldzaam fenomeen blijft. Het moet in perspectief geplaatst worden om de patiënten gerust te stellen. Een voedselallergie vereist uiteraard bepaalde voorzorgen, maar slechts in heel zeldzame gevallen is ze echt levensbedreigend.