Behandeling allergieën: waar staan we vandaag?

De prevalentie van allergieën stijgt met de jaren, zo ook de voedselallergieën. De eerste en meest gebruikte oplossing is het verwijderen van het allergeen uit het voedingspatroon. Is een gepersonaliseerde behandeling en genezing wat de toekomst ons brengt?

Nieuwe allergieën ook steeds vaker bij volwassenen

Allergieën bij kinderen werden tot op vandaag het meest bestudeerd. Toch hebben ook volwassenen wereldwijd te maken met voedselallergieën. Allergieën kunnen opkomen tijdens de kindertijd en aanwezig blijven op volwassen leeftijd, maar steeds vaker ontwikkelen mensen op volwassen leeftijd ook nieuwe allergieën. In de Verenigde Staten lijken schelpdieren de meest voorkomende IgE-gemedieerde allergie bij volwassenen, gevolgd door pindanoten en koemelk. In Europa zouden de meeste voedselallergieën eerder van plantaardige oorsprong zijn en gelinkt aan de blootstelling aan pollen; hazelnoten, perzik, appel, walnoten…

Naast de IgE-gemedieerde allergieën komt ook het eiwit-geïnduceerde enterocolitissyndroom steeds vaker voor bij volwassenen. Nieuw onderzoek zette de huidige kennis en toekomstige mogelijkheden in kaart, samen met aanbevelingen voor het verbeteren van toekomstige studies in dit onderzoeksdomein. Naast het vermijden van contact met het allergeen, wordt vandaag ook gebruik gemaakt van noodmedicatie bij een onverwacht contact met het allergeen. Het behandelen van patiënten zodat zij op lange termijn een blijvende tolerantie creëren voor het allergeen is wellicht utopisch, geven de auteurs aan, toch kunnen er nog veel vorderingen worden gemaakt. Het onderzoek is nog pril en stijgt aan belang gezien de toenemende prevalentie van voedingsallergieën.  Het risico op neveneffecten gelinkt aan de therapie en het volgen van strikte studieprotocols maakt dat het brede gebruik ervan gelimiteerd blijft.

Meer actualiteit in de rubriek “allergieën”!

De juiste behandeling voor de juiste persoon

De onderzoeken die momenteel aan de gang zijn, bestuderen alternatieve immunotherapeutische routes, zoals epicutane immunotherapie, sublinguale immunotherapie, immunotherapie gebruikmakend van peptiden en gemodificeerde allergenen, biologische therapieën, DNA-vaccinaties en zelfs fecale transplantaties. Daarnaast zijn ook combinaties van verschillende therapieën in onderzoek. Deze studies zijn veelbelovend, echter nog in een beginfase. De beschikbaarheid van deze therapieën voor klinisch gebruik kan nog meerdere jaren duren.

Lees ook: 1 op 5 Amerikanen overschat het risico op allergieën

Volgens de auteurs is het de komende 10-20 jaar belangrijk om therapieën te ontwikkelen die patiënten op een significante manier beschermen tegen het allergeen en die zo min mogelijk risico’s en lasten met zich meebrengen. Een gepersonaliseerde aanpak is zoals bij veel ziekten de beste oplossing. Therapieën zouden gericht moeten zijn op de patiënt, rekening houdend met zijn behoeften en wensen en het specifieke voedingsallergie of allergieën waarmee hij of zij kampt. Dit met minimale neveneffecten en de grootst mogelijke veiligheid. Veel patiënten hebben namelijk te kampen met meerdere voedselallergieën, iets wat de behandeling ervan bemoeilijkt. Neem bijvoorbeeld een persoon met een pindanoten-, melk- en ei-allergie. Het behandelen van een pindanotenallergie kan zich misschien beperken tot de blootstelling aan sporen van pindanoten, terwijl de twee laatsten vaak van groter belang zijn voor de patiënt.

Met geduld en uitvoerig onderzoek is de beschikbaarheid van nieuwe therapieën wellicht iets dat we de komende 5,10 en 20 jaren kunnen verwachten, aldus de onderzoekers.

Ook interessant: borstvoeding beschermt baby tegen voedselallergieën