Dat is de boodschap van Dr Marielle Ledoux, professor aan de Universiteit van Montréal (Québec, Canada) ter gelegenheid van een conferentie die onlangs plaatsvond in Brussel. Een goed uitgewerkt voedingsplan kan zowel het voorbereidingseffect meer bepaald door maximale glycogeenreserves te verzekeren- als de recuperatie maximaliseren. Een sporter heeft in eerste plaats nood aan een voeding die lichtverteerbaar is, rijk aan complexe koolhydraten en arm aan vetten voor de inspanning, en koolhydraten en eiwitten na de inspanning. Hydratatie is eveneens van groot belang, het is essentieel om te drinken voor, indien mogelijk tijdens en na de inspanning.
Sportsupplementen daarentegen zouden wantrouwen moeten opwekken: op basis van 3 studies geleid door het Internationaal Olympisch Comité tussen 2000 en 2002, werden 15% prohormonen, 22% steroïden en 15% cafeïne of efedrine vastgesteld. Hoewel bepaalde supplementen interessant zouden kunnen zijn, zoals creatine (bijvoorbeeld bij vegetariërs die een lagere creatinehoeveelheid opnemen via de voeding), zijn er veel ingrediënten van supplementen die geen bewijs van doeltreffendheid kunnen aantonen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij glutamine, colostrum, carnitine, chroom en coenzyme Q10. De aandacht werd ook gevestigd op het ongeschikt karakter van energiedranken (op basis van cafeïne, guarana en anderen aminozuren) voor de sporter. Het wordt aanbevolen om als voorkeursdrank een geliefde fruitsap te nemen, voor de helft aan te lengen met water en een mespuntje zout toe te voegen.
Bron : Persconferentie «Nutrition et sport: bien manger pour performer», Institut Arthur Haulot (Haute Ecole Lucia de Brouckère), Brussel, 7/12/2011.