Richtlijn 2013/46/EU van de Europese Commissie vervangt richtlijn 2006/141/EG met betrekking tot de eisen betreffende de eiwitten voor volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding. De sector van de babyvoeding brengt ook andere kwesties aan het licht en zet nieuw vergaarde kennis in de kijker.
Op vraag van de Europese Commissie heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid op 28 februari 2012 een wetenschappelijk advies uitgevaardigd over de geschiktheid van geitenmelk als eiwitbron voor zuigelingen- en opvolgzuigelingenvoeding. Het besluit: geitenmelkeiwitten mogen als eiwitbron worden aangewend in zuigelingen- en opvolgzuigelingenvoeding, zolang het eindproduct voldoet aan de samenstellingscriteria uiteengezet in richtlijn 2006/141/EG.
De richtlijn keurt ook bereidingen goed op basis van gedeeltelijke wei-eiwithydrolysaten met een eiwitgehalte van minstens 1,8 g/100 kcal. Deze goedkeuringen gelden enkel als het eindproduct beantwoordt aan de specifieke samenstellingscriteria in richtlijn 2006/141/EG van 22 december 2006.
Het gebruik van gedeeltelijke wei-eiwithydrolysaten in zuigelingen- en opvolgzuigelingenvoeding was eigenlijk voordien al goedgekeurd, maar dan met een hoger minimumgehalte, namelijk 2,25 g/100 kcal. De lidstaten hebben tot 28 februari 2014 de tijd om deze wijzigingen in hun nationale wetgeving op te nemen.
Even opfrissen: verordening nr. 609/2013 van 12 juni 2013 (PARNUTS) inzake “voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing” heeft de regels voor de voeding van specifieke bevolkingsgroepen vereenvoudigd en strenger gemaakt. Deze verordening wijzigt de bestaande regelgeving en voorziet de intrekking van een aantal teksten tussen 2015 en 2016, waaronder richtlijn 2006/141/EG van 22 december 2006.
Plantaardige drankjes: niet geschikt volgens het ANSES
Van de geboorte tot de leeftijd van 1 jaar groeien kinderen het meest. Gemiddeld weegt een kind op eenjarige leeftijd drie keer meer dan bij de geboorte. Qua lengte groeit het bijna 50% en het gewicht van de hersenen stijgt van 300 à 400 g tot meer dan 1 kg, wat overeenkomt met een hersengroei van 2 g per dag! Zuigelingen hebben dan ook een aangepaste voeding nodig die beantwoordt aan hun voedingsbehoeften en een optimale ontwikkeling garandeert. Tot zes maanden volstaat moedermelk om aan deze voedingsbehoeften te voldoen. Daarna wordt borstvoeding aangevuld met andere voedingsmiddelen (voedseldiversificatie). Voor kinderen die geen borstvoeding krijgen, raden kinderartsen zuigelingenvoeding aan tot de leeftijd van vier à zes maanden, gevolgd door opvolgzuigelingenvoeding en andere voedingsmiddelen.
De nieuwe richtlijn van 2013, die de voornaamste punten van de richtlijn uit 2006 overneemt, stelt het volgende: “Geen ander product dan volledige zuigelingenvoeding mag op de markt worden gebracht, of worden voorgesteld als geschikt om gedurende de eerste levensmaanden, zolang nog geen aanvullende voeding wordt gegeven, volledig aan de voedingsbehoeften van normale gezonde zuigelingen te voldoen.” Steeds meer ouders geven hun zuigelingen tegenwoordig echter plantaardige drankjes. Onlangs nam het Franse nationale agentschap voor voedselveiligheid ANSES deze praktijk onder de loep.
In hun verslag stellen de experts van het ANSES dat dranken (er werden 211 variëteiten geanalyseerd) met uitzondering van moedermelk en moedermelkvervangers niet volstaan om te voldoen aan de erg specifieke voedingsbehoeften van zuigelingen en baby’s tot de leeftijd van 1 jaar. Het gebruik van deze dranken kan, al naargelang het geval, leiden tot een ontoereikende inname van voedingsstoffen, tekorten en zelfs ernstige gezondheidsproblemen. Het risico is groter bij jonge kinderen en bij langdurige toediening van deze producten, maar ook als ze de enige of voornaamste voedingsbron vormen.
De experts raden aan om op het etiket van deze producten niet alleen de voedingssamenstelling te vermelden, maar ook een boodschap die waarschuwt dat ze niet geschikt zijn voor kinderen jonger dan 1 jaar en dat het gebruik ervan kan leiden tot ernstige problemen.
Onlineverkoop van moedermelk: een controversieel fenomeen
Naast de nieuwe regelgeving inzake zuigelingenvoeding is er momenteel een polemiek in de Verenigde Staten rond de verkoop van moedermelk via het internet (onder andere via www.onlythebreast.com). Deze praktijk wordt steeds populairder (in 2013 zijn er al 13.000 aanbiedingen geregistreerd). Uit een onderzoek van het Nationwide Children’s Hospital gepubliceerd in het tijdschrift Pediatrics blijkt dat 75% van de stalen uit online verkochte moedermelk bacteriën bevat die ernstige ziekten kunnen veroorzaken.
De reden hiervoor ligt bij de inzameling, het beheer, de opslag en/of de verzending ervan die niet in lijn is met de geldende procedures. Het onderzoeksteam volgde een eenvoudig protocol: de wetenschappers beantwoordden een zoekertje, kochten de moedermelk en analyseerden die in het labo. In totaal werden 101 stalen online gekocht, geanalyseerd en vervolgens vergeleken met 20 stalen uit een melkbank (ook gekend als ‘lactarium’), waar de melk wordt gepasteuriseerd en dus geen gevaar inhoudt bij de consumptie, aangezien er erg strenge hygiënevoorschriften worden nageleefd.
Uit de analyse blijkt dat heel wat stalen een hoog bacteriegehalte hadden of gecontamineerd waren met feces, waarschijnlijk omdat de moeder haar handen niet goed had gewassen. In 17% van de stalen werden erg grote hoeveelheden van een of meer bacteriestammen aangetroffen, waaronder salmonella. 20% van de geanalyseerde stalen waren gecontamineerd door het gebruik van niet-gesteriliseerde borstpompen en door het verbreken van de koudeketen bij de opslag van de melk. Daarnaast wordt de melk op ongepaste wijze verzonden, en soms duurt de verzending veel te lang.
De verkoopsters van moedermelk “weten niet waar ze mee bezig zijn” en deze praktijk wordt dan ook in de gaten gehouden door de Amerikaanse gezondheidsinstanties, vooral door het risico dat zuigelingen ernstig ziek worden door de consumptie van deze melk — en vooral baby’s met een verzwakt immuunsysteem.
FIA 21_December 2013
Referenties: Richtlijn 2013/46/EU van de Commissie tot wijziging van Richtlijn 2006/141/EG met betrekking tot de eisen betreffende de eiwitten voor volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding. Advies van de Anses, rapport nr. 2011-SA-0261, 05/02/2013. Keim Sarah A. et al., Pediatrics, 21/10/2013.