Voor het eerst meldt een studie een verband tussen het type geconsumeerde vetten en de capaciteit van het relationele geheugen, die gelinkt zijn aan de werking van de hippocampus, bij kinderen in de prepuberteit.
De hippocampus speelt een cruciale rol voor ons relationele geheugen. Dat je je de naam kunt herinneren van een persoon die je enkele dagen eerder hebt ontmoet, is te danken aan de hippocampus, want die informatie wordt pas later opgeslagen in de corticale zones. Er is nog maar heel weinig bekend over de invloed van onze voeding op de cognitieve functies die verband houden met de hippocampus.
De studie van Carol Baym en haar collega’s draagt nieuwe elementen aan over de rol van vetten in het relationele geheugen dat gelinkt is aan de hippocampus. Voor deze studie werden 52 kinderen van zeven tot negen jaar onderworpen aan verschillende tests om hun geheugen te beoordelen, waaronder het geheugen dat gelinkt is aan de hippocampus.
Na een correctie voor de body mass index stelden de onderzoekers een positief verband vast tussen de capaciteit van het relationele geheugen en de inname van omega 3-vetzuren. Omgekeerd blijkt de consumptie van verzadigde vetzuren verband te houden met zwakkere prestaties, zowel voor het relationele als voor het visuele geheugen (dat niet afhankelijk is van de hippocampus).
Deze bevindingen wijzen gelukkig in dezelfde richting als wat eerder al werd waargenomen in andere vakgebieden, onder meer op cardiovasculair gebied, en consolideren bijgevolg het streven naar een voldoende grote inname van omega 3-vetzuren en een beperking van verzadigde vetzuren.
Baym C.L. et al., Am J Cmin Nutr, June 2014, 99(6).