Gezondheidscrisissen, pesticiden, zware metalen, ziektekiemen… de bedreigingen voor onze voeding zijn talrijk en gevarieerd. Toch scoort het niveau van de voedselveiligheid goed. We spraken met Jean-Paul Denuit, woordvoerder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).
De voedselveiligheid is bedoeld om de consument, en bij uitbreiding ook dieren en planten, te beschermen tegen microbiologische, chemische en fysische gevaren. Sinds 2002 is ze de verantwoordelijkheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), dat activiteiten bundelt die vroeger over zes diensten waren verspreid. Voedselveiligheid berust op risicoanalyse, meldingsplicht en traceerbaarheid.
Om de evolutie van het voedselveiligheidsniveau te volgen, heeft het Wetenschappelijk Comité van het FAVV een voedselveiligheidsbarometer ontwikkeld, die gebaseerd is op een dertigtal zorgvuldig uitgekozen parameters. De situatie wordt goed bevonden en blijft elk jaar verbeteren. Volgens Jean-Paul Denuit hoeven de consumenten zich geen zorgen te maken over de veiligheid van de producten die ze kopen.
In 2011 heeft het FAVV meer dan 170.000 inspecties uitgevoerd (op basis van checklists) tijdens ongeveer 50.000 opdrachten bij 41.000 operatoren van de in totaal 142.598 geregistreerde professionele operatoren. Resultaat: 85% van de inspecties was gunstig. Wat de analyses betreft, heeft het FAVV in 2011 bijna 70.000 stalen genomen, waarop 167.000 analyses werden uitgevoerd. Gemiddeld was 97,2% van de analyses conform.
Nieuwe bedreigingen
Het takenpakket van het FAVV is bijzonder gevarieerd. Het omvat zowel basismaatregelen voor de voedselhygiëne (zoals de controle van de warmte- en koudeketen) als minder courante maatregelen: controle op de afwezigheid van illegale stoffen in voedingssupplementen, opsporen van ggo’s, controle van de etikettering van levensmiddelen die door straling zijn behandeld, controle van de radioactiviteit van levensmiddelen na het ongeval in de kerncentrale van Fukushima (Japan), …
Het controleplan wordt jaarlijks aangepast, afhankelijk van de resultaten en de nieuwe bedreigingen die zich voordoen. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het Schmallenbergvirus, dat wordt overgedragen door muggen die normaal niet in onze streken voorkomen en dat een doodgeboorte kan veroorzaken bij het besmette dier. Als gevolg van de mondialisering moeten we constant op de hoogte blijven van de mogelijke risico’s, die niet alleen afhangen van de aard, maar ook van de herkomst van het voedingsmiddel. Maïs uit Midden-Europa moet bijvoorbeeld worden gecontroleerd op mycotoxines.
Paardenvlees
Het recente paardenvleesschandaal is in de eerste plaats economische fraude: vlees afkomstig van paarden die geschikt zijn voor menselijke consumptie is teruggevonden in voedingsmiddelen die als rundvlees werden verkocht. Een vervelende zaak, maar geen gevaar voor de gezondheid.
Wel zijn er in het Verenigd Koninkrijk vijf à zes karkassen van paarden die waren behandeld met een ontstekingsremmend middel (fenylbutazon) in de voedselketen terechtgekomen. Omdat de aanwezigheid van die stof het paard ongeschikt maakt voor consumptie, heeft het FAVV een versterkt controleplan ingevoerd. Sindsdien is in geen enkel staal fenylbutazon aangetroffen.
Collectieve toxi-infecties
Het aantal collectieve voedseltoxi-infecties (CVTI) is toegenomen in 2011. Men spreekt van een collectieve voedseltoxi-infectie wanneer er onder dezelfde omstandigheden twee of meer personen soortgelijke symptomen vertonen, en waarbij er een (waarschijnlijk) oorzakelijk verband bestaat met eenzelfde voedselbron. Ze zijn in aantal gestegen van 96 in 2009 tot 281 in 2011. In 2009 waren er 854 personen betrokken, in 2011 waren dat er 1.539. Deze stijging is een gevolg van de verbeterde rapportering aan het FAVV door de betrokken actoren: de drie gemeenschappen en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.
In slechts 10% van de gevallen kon een oorzaak worden gevonden door analyse van restanten van levensmiddelen of door onderzoek van de zieke personen. Het FAVV moedigt gezondheidswerkers dan ook sterk aan om de gevallen van CVTI, zowel collectief als individueel van aard, te rapporteren bij de gemeenschappen.
Veiligheid en evenwichtige voeding
De voedselveiligheid houdt geen rekening met de nutritionele eigenschappen van de voeding, hoewel die ook gevaarlijk kunnen zijn voor de gezondheid. Maar in bepaalde gevallen kan de bezorgdheid over de voedselveiligheid een rem worden om bepaalde voedingsdoelstellingen te bereiken, zoals meer fruit, groenten of vis eten.
Zo wordt vaak gezegd dat fruit en groenten te veel sporen van pesticiden bevatten. Onterecht, meldt Jean-Paul Denuit. In 2011 heeft het FAVV 3.537 analyses uitgevoerd – waarvan bijna 2.500 op fruit, groenten en granen – om de hoeveelheid residu’s van pesticiden in voedingsmiddelen te bepalen. 97% van de stalen bleek conform.
De conformiteitsgrens is overigens nog geen toxiciteitsgrens. Er zijn ook meer niet-conforme stalen bij geïmporteerde producten dan bij lokale producten. Als de overschrijding een gezondheidsrisico inhoudt, wordt het product uit de handel genomen. In 2011 was dat het geval voor enkele aardappelen. Wat vis betreft, was het gehalte aan zware metalen conform in 99,2% van de gevallen. De angst voor zware metalen is dus geen geldig argument om geen vis te eten!
FIA nr 19 – Juni 2013