Voor sommigen mogen ze dan het voedsel van de toekomst zijn, maar insecten maken geen deel uit van onze eetcultuur. Een studie van de Universiteit Gent heeft een nauwkeuriger profiel geschetst van de consumenten die er het minste moeite mee hebben om deze beestjes op het menu te zetten.
Krekels, sprinkhanen, meelwormen … het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen staat de verkoop toe van 10 insectensoorten. Rationeel gezien is het eten van insecten een goed idee: ze vormen een eetbare bron van voedingsstoffen met een lage impact op het milieu. Maar dat zuiver rationele argument is bijlange na niet voldoende om de consument te overtuigen!
Prof. Wim Verbeke van de Universiteit Gent wilde nagaan in welke mate de westerse consument bereid is om insecten te integreren in zijn eetpatroon. De enquête werd afgenomen bij bijna 400 mensen in Vlaanderen.
De bevindingen werden gepubliceerd in het tijdschrift Food Quality and Preference. Het blijkt dat de kans dat mensen insecten gaan eten ter vervanging van vlees, op 12,8% ligt voor mannen, en op 6,3% voor vrouwen. De kans ligt 2,6 keer hoger bij mensen die het concept van insecten eten al kennen, en 4,5 keer hoger bij mensen die proberen hun vleesconsumptie te verminderen.
Angst voor het onbekende blijft het belangrijkste obstakel bij het aanvaarden van insecten als voedingsmiddel.
Hoe meer de respondenten vlees beschouwden als voedzaam en gezond, en hoe meer belang ze hechtten aan de smaak van het vlees, des te kleiner was de kans dat ze bereid waren insecten te eten. Omgekeerd lag de kans hoger bij respondenten met een voorkeur voor praktische etenswaren en met een duidelijke belangstelling voor de milieu-impact van hun voedingskeuzes. Wie zullen de eerste consumenten in onze samenleving zijn die bereid zijn om over te schakelen op insecten?
Volgens deze studie zullen dat jonge volwassen mannen zijn die weinig waarde hechten aan het eten van vlees, en die openstaan voor nieuwe en milieuvriendelijke manieren van eten.
Verbeke W., Food Quality and Preference, January 2015, 39: 147-155.