Vooral volledige granen zijn rijk aan vezels. Graanproducten op basis van volkorenmeel, zoals een aantal broodsoorten, bevatten dus veel vezels.
Granen bevatten echter ook zetmeel, en dat is minstens even belangrijk! Een klein deel van het zetmeel in brood – het resistente zetmeel – ontsnapt aan de enzymatische hydrolyse in het bovenste maagdarmkanaal. Het komt in de dikke darm terecht, waar het kan bijdragen aan de productie van vetzuren met korte keten en de microbiota kan helpen.
Niet alle producten zijn ‘rijk aan vezels’!
De EU-verordening inzake voedingsclaims specificeert de voorwaarden om te kunnen verwijzen naar het gehalte aan voedingsvezels. Een voedingsmiddel is:
- Een bron van vezels als het tenminste 3 g vezels per 100 g bevat, of 1,5 g per 100 kcal. Dit geldt vaak voor bruin brood, boerenbrood en meergranenbrood.
- Rijk aan vezels als het tenminste 6 g vezels per 100 g bevat, of 3 g per 100 kcal. Dit geldt hoofdzakelijk voor roggebrood, volkorenbrood of wit brood verrijkt met vezels.
Voedingsmiddelen zoals witte rijst, cornflakes of croissants beantwoorden niet aan deze criteria en kunnen dus niet beschouwd worden als vezelbronnen.
Lees meer: Brood & Gezondheid: weg met die vooroordelen!
Meer info op www.broodengezondheid.be