Ze zorgen voor een ongezien gewichtsverlies en kennen steeds meer succes: GLP-1-receptoragonisten geven de medicamenteuze behandeling van obesitas een compleet nieuwe wending. Maar dit is niet zonder gevolgen voor de voedingsstatus.
Semaglutide, liraglutide, exenatide … GLP-1-agonisten worden gebruikt voor de behandeling van diabetes en steeds vaker voor die van obesitas. Met een ongeziene doeltreffendheid op het vlak van gewichtsverlies. Gezien de wereldwijde obesitascijfers (een miljard mensen in 2024) zijn de mensen onder behandeling met GLP-1-agonisten een steeds groter deel van de bevolking. GLP-1-agonisten stimuleren de insulinesecretie, verminderen de glucagonsecretie, vertragen de maaglediging en verhogen bovenal het verzadigingsgevoel, wat leidt tot minder energie-inname en dus gewichtsverlies … Maar aangezien deze medicijnen de voedselinname gevoelig wijzigen, bestaat er wel degelijk een risico dat deze niet in evenwicht is met de nutritionele behoeften.
Lees ook: Helft van Belgische bevolking nog steeds te zwaar
Een studie onder meer dan 460.000 patiënten onder behandeling met GLP-1-agonisten
Het doel van deze grootschalige observatiestudie was de effecten van de inname van GLP-1-agonisten op de voedingsstatus in kaart te brengen door het medicijn aan 461.382 volwassenen voor te schrijven. Bij geen enkele deelnemer werd eerder al een voedingstekort vastgesteld. De deelnemers bestanden uit 56 % vrouwen van gemiddeld 52,9 jaar. De comorbiditeit was diabetes type 2 in 80 % van de gevallen, obesitas in 44,9 % van de gevallen en overgewicht in 5,6 % van de gevallen.
Een gematchte secundaire analyse vergeleek de gebruikers van GLP-1-agonisten met de niet-gebruikers. Ze werden allemaal behandeld met metformine, dus met of zonder GLP-1-agonisten. De voedingstekorten werden geëvalueerd tijdens de eerste 6 maanden en de eerste 12 maanden na de start van de behandeling met GLP-1-agonisten. De onderzoekers hebben ook de voedingsstatus vergeleken naargelang de patiënten wel of niet naar een diëtist geweest zijn gedurende de eerste 6 maanden van de behandeling.
Lees ook: Welke invloed heeft ontbijten op het gewicht?
Voedingstekorten bij meer dan 1 op de 5 patiënten
Uit de resultaten blijken er voedingstekorten bij 12,7 % van de patiënten na 6 maanden GLP-1-behandeling, en dit cijfer stijgt tot 22,4 % binnen de 12 maanden. Een vitamine D-tekort is het meest voorkomende probleem, met een incidentie van 7,5 % en 13,6 % binnen respectievelijk 6 en 12 maanden na de start van de behandeling.
Bovendien werden er meer voedingstekorten of complicaties als gevolg hiervan vastgesteld bij de patiënten die een diëtist hadden geraadpleegd in de loop van de eerste 6 maanden na de start van GLP-1-receptoragonisten dan bij de patiënten die geen diëtist hadden geraadpleegd. Zo werd er een voedingstekort vastgesteld bij 1 op de 3 patiënten die een diëtist hadden geraadpleegd, een vitamine D-tekort bij 1 op de 5, bloedarmoede bij 6 % van hen en spierverlies bij 4 % in de 12 maanden na de start van de behandeling. Volgens de onderzoekers werden deze mensen doorverwezen naar een diëtist omwille van een grotere nutritionele complexiteit of een groter nutritioneel risico.
De onderzoekers benadrukken dan ook het belang van de voedingsdeskundigen om mogelijke tekorten vast te stellen, te corrigeren en te beheren bij de mensen onder behandeling met GLP-1-agonisten. Ook zijn er volgens hen andere onderzoeken nodig om de gezondheidsvoordelen geassocieerd met een vezelrijke voedingstherapie en een aangepaste inname van eiwitten en micronutriënten na te gaan.
Lees ook: Helpen voedingsvezels echt om gewicht te verliezen?
Bron
Scott Butsch W et al. Obesity Pillars 2025;15;100186.
https://doi.org/10.1016/j.obpill.2025.100186