Een laag FODMAP dieet kan soms nuttig zijn voor wie lijdt aan het prikkelbaredarmsyndroom. Maar hiervoor moet je wel te rade gaan bij een ervaren diëtist. Dat was een van de thema’s die werden behandeld tijdens de 20ste studiedag van de UPDLF (Union professionnelle des diététiciens de langue française) in het teken van het darmmicrobioom.
Buikpijn, winderigheid, diarree, verstopping… Bijna 4 op de 10 volwassenen krijgt te maken met darmproblemen. Bij sommigen zijn die te wijten aan het prikkelbaredarmsyndroom (PSD). Deze aandoening, die in westerse landen steeds vaker voorkomt, heeft een aanzienlijke impact op de levenskwaliteit. De belangrijkste maatregelen zijn om stress onder controle te houden en aangepast te eten, met vooral voldoende oplosbare vezels. Als die ingrepen echter niet volstaan, kan het nuttig zijn om te denken aan de etenswaren die onder de noemer FODMAP vallen (fermentable oligo-, di-, monosaccharides and polyols): fermenteerbare koolhydraten en polyolen die overmatige gasvorming kunnen veroorzaken in de darmen. Een eetpatroon dat weinig van die FODMAP-etenswaren bevat (zoals ontwikkeld aan de Monash University in Melbourne) kan een interessante piste betekenen. Maar diëtiste Jo Mons waarschuwde tijdens haar presentatie tijdens de studiedag al dat patiënten vaak dokter Google raadplegen en in de eliminatiefase blijven zitten, een eerste fase die eigenlijk slechts 2 tot maximaal 3 weken zou mogen duren. Die beperking is er omdat een laag FODMAP dieet het microbioom bepaalde fermenteerbare substraten ontzegt, die nodig zijn voor de productie van korteketenvetzuren die een beschermend effect lijken te hebben op de darmslijmvliezen.
Meer leesvoer : Prikkelbaredarmsyndroom: paradoxale fermentatie
Een gestandaardiseerde benadering van FODMAP
Bij de eerste consultatie wordt een voorgeschiedenis afgenomen, die binnen een Vlaams netwerk van diëtisten is gestandaardiseerd. Op basis daarvan kunnen de verkregen resultaten worden verzameld en geanalyseerd. Patiënten geven hun fysieke klachten een score van 1 tot 10. Als advies over leef- en voedingsgewoonten de winderigheid niet verbetert, en het ook niet voldoende helpt om stress onder controle te houden, kan een laag FODMAP dieet een mogelijkheid zijn. Maar in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld als de flatulentie niet abnormaal is of er een heel onevenwichtig voedingspatroon bestaat) beginnen we met een herbalancering van de voeding.
Als een laag FODMAP dieet gestart wordt, worden de symptomen na 2-3 weken beperkte voeding opnieuw geëvalueerd. Als de symptomen niet zijn verbeterd, wordt het dieet stopgezet. Als er wel verbetering merkbaar is, is het nu tijd voor de herintroductiefase, waarin bepaalde voedingsmiddelen telkens 3 dagen lang worden uitgetest.
Meer leesvoer: Prikkelbare darm: is het nodig om gluten te vermijden?
Zo gevarieerd mogelijk eten
De herintroductie begint met kleine porties, omdat tolerantie ook afhankelijk is van de geconsumeerde hoeveelheid van de voedingsmiddelen die FODMAPs bevatten en van persoon tot persoon verschilt. Tijdens de daaropvolgende raadplegingen kunnen er zo nodig aanpassingen worden gedaan, zodat alleen de oorzaak van de fysieke klacht of een te hoge dosis ervan wordt vermeden, en de persoon zo gevarieerd mogelijk kan eten.
Jo Mons heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het netwerk Fodmapp (www.fodmapp.be), dat tientallen diëtisten in Vlaanderen verenigt en uitgebreide tools en een applicatie biedt om het laag FODMAP dieet te beheren. Uit een evaluatie van 230 patiënten, waarvan 80% vrouwen, is gebleken dat deze aanpak effectief is voor buikpijn, winderigheid, een brommende buik, en uiteindelijk ook de levenskwaliteit. Jo Mons onderstreept hierbij nog eens het belang van een diëtist bij het opstarten van een laag FODMAP dieet, en om deze aanpak correct toe te passen.
Source
Presentatie van Jo Mons op de 20e studiedag van UPDLF in Charleroi, 22 februari 2024.