Probiotica worden steeds meer voor van alles en nog wat gebruikt. Om in de praktijk echt nuttig te zijn, is het belangrijk dat de keuze van stam, dosis en indicatie gebaseerd is op wetenschappelijke gegevens. Een gesprek met dr. Elisabeth De G reef, kindergastro-enteroloog aan het UZ Brussel.
Tot nu toe heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA), belast met de evaluatie van aanvragen voor gezondheidsclaims (voor levensmiddelen en supplementen), weliswaar alle dossiers rond probiotica categorisch geweigerd, maar dat wil nog niet zeggen dat probiotica in de praktijk niet wetenschappelijk onderbouwd of interessant zouden zijn. Er wordt veel onderzoek verricht en van alles ontdekt over de microbiota en de gezondheid, over hoe die microbiota bijdraagt tot het ontwikkelen van immuniteit en het verwerven van orale tolerantie, en over de mogelijke verbanden met aandoeningen zoals zwaarlijvigheid en darmontstekingsziekten.
Gebruik in de praktijk
Zowel pro- als prebiotica hebben al rijkelijk hun intrede gedaan in bereidingen voor zuigelingen, vanwege hun heilzame effecten op de microbiota. Probiotica worden ook steeds vaker gebruikt in de klinische praktijk. Toch is het van essentieel belang om dat gebruik te baseren op een solide wetenschappelijke documentatie. De werking van sommige probiotica is wel degelijk vastgesteld, bijvoorbeeld de werking van Saccharomyces boulardii en Lactobacillus GG bij acute infectieuze diarree, of de werking van S. boulardii bij diarree door inname van antibiotica. Zo kan S. boulardii, toegediend in de juiste dosis, binnen twee dagen na het begin van de diarree, de duur ervan met 24 uur verkorten en zo ook het risico op uitdroging beperken.
De ene stam is de andere niet
Vele artsen, en vooral ook patiënten, gebruiken tegenwoordig probiotica voor van alles en nog wat. Niet alle probiotica op de markt zijn echter gelijk, en sommige zijn zelfs niet correct gekarakteriseerd. Bovendien mag de werking van een bepaalde stam niet worden geëxtrapoleerd naar een andere, want de doeltreffendheid van een stam moet worden gedocumenteerd bij zeer precieze indicaties en in duidelijk vastgestelde dosissen. Het gebruik moet dus gebaseerd zijn op gepubliceerde wetenschappelijke studies, waaronder meta-analyses. Er bestaan ook richtlijnen, zoals die van de ESPGHAN (European Society for Paediatric Gastroenterology, Hepatology and Nutrition), waar men zich op kan baseren voor het gebruik van probiotica. Los van de doeltreffendheid mogen we niet vergeten dat probiotica ook aan bepaalde veiligheidscriteria moeten voldoen. Probiotica die als geneesmiddel geregistreerd zijn (waar de EFSA zich dus niet over buigt) bieden in dat opzicht bijkomende garanties tegenover probiotica die dat niet zijn, zowel qua doeltreffendheid als qua veiligheid en kwaliteit van het product. In de praktijk gebruikt men bij voorkeur de stammen waar het meeste onderzoek naar is verricht.
Veelbelovende pistes
Behalve bij acute infectieuze diarree en diarree door inname van antibiotica zouden probiotica ook in andere situaties nuttig kunnen zijn, zoals bij de preventie van maagdarminfecties, infecties van de luchtwegen, atopische dermatitis, het prikkelbaredarmsyndroom, colitis, constipatie, enterocolitis bij vroeggeborenen, . Naar al deze pistes wordt onderzoek gevoerd dat weliswaar interessante resultaten oplevert, maar dat nog door adequate studies moet worden gestaafd.