49% van de Belgen heeft overgewicht, 18% obesitas. Dat zijn de huidige cijfers van de recentste Voedselconsumptiepeiling van Sciensano. Deze situatie is in 10 jaar nauwelijks veranderd.
Overgewicht en obesitas zijn en blijven een groot probleem dat de helft van de Belgische bevolking (ouder dan 3 jaar) treft, zo blijkt uit de cijfers die Sciensano publiceert in het eerste deel van de resultaten van de voedselconsumptiepeiling. De toestand is nog zorgwekkender als we kijken naar de tailleomtrek en de verhouding tussen tailleomtrek en lengte: 57% van de bevolking heeft een tailleomtrek die een hoog of zeer hoog risico aangeeft, en 59% van de bevolking heeft een hoog risico op basis van de verhouding tailleomtrek/lengte.
Lees ook: Obesitas: hoe bindt de agrovoedingsindustrie de strijd aan met obesitas? | INTERVIEW
Eén op de vijf kinderen heeft overgewicht
Overgewicht neemt toe met de leeftijd: het treft 19% van de kinderen, 21% van de tieners, 42% van de jongvolwassenen, 61% van de volwassenen van middelbare leeftijd en 71% van de oudere volwassenen. De tailleomtrek kent een vergelijkbare evolutie, met een piek bij de oudere volwassenen, waarvan 83% risico loopt. Voor de verhouding tussen tailleomtrek en lengte neemt het risico af van de kindertijd (29%) tot de adolescentie (18%), waarna het toeneemt in de oudere leeftijdsgroepen, tot 89% bij oudere volwassenen.
Hoewel kinderen er minder door worden getroffen dan volwassenen, benadrukt Sciensano dat het feit dat één op de vijf kinderen overgewicht heeft zorgwekkend is, aangezien overgewicht en obesitas onmiddellijk nefaste gevolgen hebben voor de gezondheid, maar ook langetermijneffecten met een verhoogd risico op het ontwikkelen van ziekten, en een negatieve impact op het mentale welzijn en de levenskwaliteit.
Lees ook: Obesitas: wat is de economische impact?
Methoden om af te vallen
De voedselconsumptiepeiling werpt ook licht op de houding tegenover gewicht. Zo probeert 1 op de 3 vrouwen (31%) en 1 op de 4 mannen (24%) af te vallen. Het percentage mensen dat probeert af te vallen is het hoogst onder volwassenen tussen 40 en 64 jaar (35%) en tussen 18 en 39 jaar (31%).
De meest gebruikte methoden om te proberen af te vallen, zijn (in aflopende volgorde):
- Verandering van het soort voedsel dat wordt geconsumeerd
- Meer lichaamsbeweging
- Minder calorieën
- Ongezonde maatregelen (roken, gebruik van laxeermiddelen, maaltijden overslaan, langdurig vasten of braken opwekken)
- Verandering van de eetgewoonten
Negen van de tien mensen die willen afvallen, doen dat op eigen initiatief en 18% van de mensen van 10 jaar en ouder die proberen af te vallen, doet dat op advies van een arts, specialist of diëtist.
Voorts wijzen we erop dat vermoedelijk 13% van de bevolking van 10 tot 64 jaar eetstoornissen heeft (zoals anorexia en boulimia) en dat de prevalentie toeneemt naarmate het opleidingsniveau hoger is.
De resultaten over de voedselconsumptie zelf, waaronder de inname van nutriënten, worden eind 2024 verwacht.
Lees ook: Is een siësta een goede of slechte gewoonte voor je gewicht?