Uit een vergelijking van de voedingsprofielen van insecten en vlees blijkt dat insecten beter geschikt zijn in een context van ondervoeding dan overvoeding.
Insecten worden steeds vaker voorgesteld als dé eiwitbron van de toekomst. Terwijl hun ecologische voetafdruk beslist kleiner is dan die van grote zoogdieren, was hun hogere voedingswaarde tot nu toe nog niet duidelijk gedocumenteerd. Vandaar het belang van deze studie uitgevoerd door onderzoekers uit Japan en het Verenigd Koninkrijk, die de hypothese test dat insecten, vanuit nutritioneel oogpunt, te verkiezen zijn boven vlees.
Twee modellen op de testbank
Om deze hypothese te toetsen, vergeleken ze de gegevens van drie verse vleessoorten (rundvlees, varkensvlees en kip) met die van zes soorten insecten, en dit op het vlak van energie en twaalf voedingsstoffen. Deze vergelijking werd gemaakt volgens twee modellen:
- de Nutrition Profiling van het Britse FSA, het zogenaamde Ofcom-model, ontwikkeld om slechte eetgewoonten te bestrijden (te vet, zout en/of zoet voedsel), en dus relevant in een context van overvoeding,
- de Nutrient Value Score (NVS), gebruikt in Oost-Afrika en beter geschikt in de context van ondervoeding.
Veldsprinkhaan, snuitkever en meelworm zijn het meest voedzaam
De resultaten tonen ten eerste een grote heterogeniteit van de scores bij de insecten, vergeleken met het vlees. Drie insecten (veldsprinkhaan, de larven van de snuitkever en meelworm) behaalden een betere NVS-score dan vlees, wat betekent dat ze vooral nuttig zijn in de context van ondervoeding.
Volgens de Ofcom-score blijkt geen enkel insect echter gezonder dan vlees. In situaties waar voedsel in overvloed aanwezig is, zijn insecten dus niet de beste voedingskeuze.