Volgens een nieuwe studie heeft de strategie om pinda-allergie te voorkomen door kinderen al op jonge leeftijd pinda’s aan te bieden geen nadelige effecten voor de ontwikkeling.
Het gaat om het tweede ‘pakket’ resultaten uit de LEAP-studie (Learning Early About Peanut Allergy). Deze klinische studie toonde in 2015 aan dat het relatieve risico op het ontwikkelen van de allergie met 81% daalde bij kinderen met een hoog risicoprofiel die producten op basis van pinda’s te eten kregen.
Dit keer wilden de onderzoekers nagaan of deze nieuwe methode (kinderen al tijdens de eerste levensmaanden producten aanbieden die pinda bevatten, en in behoorlijke hoeveelheden) al dan niet nadelige effecten heeft op de groei.
Geen invloed op de duur van de borstvoeding
Bij het begin van de LEAP-studie waren de 640 deelnemende Britse kinderen vier tot elf maanden oud. Ze moesten minstens twee gram pinda-eiwitten eten, en dat drie keer per week. Dit dieet werd voortgezet tot de kinderen vijf jaar oud waren. De onderzoekers vergeleken de groeicurve van deze kinderen met de curve van kinderen die geen pinda’s hadden gekregen.
Eerste vaststelling: de introductie van pindaproducten had geen invloed op de duur van de borstvoeding. Dat is goed nieuws: een van de bezwaren tegen de introductie van vast voedsel voor de leeftijd van zes maanden, is immers dat dit de duur van de borstvoeding zou verminderen.
Haalbare en veilige strategie
Uit het onderzoek bleek verder dat kinderen die pinda’s eten, minder chips en zoute snacks consumeren dan kinderen die geen pinda’s eten. Ze eten ook iets minder vetten en koolhydraten. Er was geen verschil zichtbaar in de energie- en eiwitinname.
Het gaat dus om een haalbare strategie om pinda-allergie te voorkomen, besluiten de auteurs. Bovendien houdt de methode geen voedingsrisico’s in.