Gedetailleerde analyses van moedermelk door metabolomics brengen verschillen in samenstelling aan het licht op basis van corpulentie bij mama’s. De verschillen zouden een impact hebben op de zwaarlijvigheid van jonge kinderen.
We weten al lang dat het risico op zwaarlijvigheid bij kinderen sterk beïnvloed wordt door de corpulentie van hun moeder. Bovendien is het bekend dat borstvoeding het risico op zwaarlijvigheid bij kinderen kan beperken. Onderzoek toont nu aan dat de samenstelling van moedermelk varieert naargelang de corpulentie van moeders en verband houdt met de vetmassa van zuigelingen. Het is dus mogelijk dat de samenstelling van moedermelk van zwaarlijvige mama’s de ontwikkeling van obesitas in de hand werkt. Of toch gedeeltelijk…
Meer lezen: Borstvoeding beschermt baby tegen voedselallergieën
Moedermelk door de loep van metabolomics
Voor hun vaststellingen, verschenen in The American Journal of Clinical Nutrition, gebruikten de onderzoekers van de Harvard Medical School en Minnesota University de geavanceerde metabolomics-techniek. Die levert een veel gedetailleerder beeld op van voedingsmiddelen dan alleen hun samenstelling.
De onderzoekers analyseerden de concentratie van 275 moleculen van unieke stofwisselingsproducten in de moedermelk van 35 borstvoeding gevende vrouwen. Vervolgens vergeleken ze die gegevens met de zwaarlijvigheid van de moeders (normaal of overmatig gewicht/obesitas) en met de corpulentie van de zuigelingen tussen 1 en 6 maanden oud.
Meer lezen: Obesitas: verband tussen grootmoeders en kleinkinderen
Stofwisselingsproducten die variëren op basis van zwaarlijvigheid
Een maand na de zwangerschap vonden de onderzoekers 10 stofwisselingsproducten waarvan het gehalte aanzienlijk verschilt tussen vrouwen met een normaal gewicht en vrouwen met overgewicht. 4 daarvan zijn derivaten van nucleotiden en 3 producten zijn afgeleiden van de oligosachariden. Samen kunnen ze wellicht de samenstelling van de darmflora veranderen.
Na 6 maanden zijn er al 20 stofwisselingsproducten anders tussen de melk van vrouwen met een normaal gewicht en die van vrouwen met overgewicht/obesitas. Bovendien tonen de analyses dat het adeninegehalte van de melk verband houdt met de vetmassa bij jonge kinderen en met de vetophoping. Daarnaast bewezen de onderzoekers dat een verbinding die nooit in moedermelk geïdentificeerd werd – 1,5-anhydroglucitol – samenhangt met de BMI van de moeder.
Volgens de auteurs doen deze ontdekkingen vermoeden dat de samenstelling van de moedermelk van vrouwen met een normaal gewicht kinderen helpt beschermen tegen obesitas. Als we de moedermelk dus goed analyseren, zouden we moeten kunnen bepalen welke moleculen daarvoor verantwoordelijk zijn. Bovendien zouden we kunnen bestuderen welke effecten voeding, fysieke activiteiten, voedingssupplementen enz. hebben op de aanwezigheid van die moleculen in de melk.
Meer leesvoer: Welke vis eet je het best tijdens de zwangerschap?