Ziekten ter hoogte van het spijsverteringskanaal en darmfalen vragen vaak om een aangepast voedingspatroon en kunnen een grote uitdaging zijn. Ook andere pathologieën kunnen leiden tot een problematische voedingsinname. UZ Brussel organiseerde er een vorming over: “To Eat Or Not To Eat?”.
Een gedaalde voedingsinname, gewichtsverlies, een verandering in het stoelgangspatroon… kunnen belangrijke signalen zijn van een onderliggende medische aandoening, al dan niet aan het maagdarmstelsel. Wat de oorzaak ook is, een (tijdelijk) aangepast voedingspatroon is vaak essentieel, zonder de inname van macro- en micronutriënten in het gedrang te brengen. Verschillende experten deelden hun kennis en ervaring binnen de gastro-enterologie in de verschillende levensfasen tijdens de vorming “To Eat Or Not To Eat”, georganiseerd door de diëtisten van UZ Brussel.
Darmfalen: de darmen uitdagen met voeding
Prof. dr. Huysentruyt (gastro-enteroloog, afdeling pediatrie UZ Brussel) besprak enterale en parenterale voeding bij kinderen met darmfalen. Bij kinderen is het Short Bowel Syndrome de meest voorkomende darmaandoening. Het wordt vaker waargenomen bij een vroeggeboorte en vereist een chirurgische ingreep. De daaropvolgende voedingsaanpak en medische opvolging hangt af van de anatomie van de overblijvende darm, net zoals bij volwassenen. De beste prognose wordt gesteld voor een jejuno-ileocolic, aangezien het ileum het grootste adaptatievermogen heeft en de functies van het jejunum goed kan overnemen. Aan darmingrepen bij baby’s en kinderen zijn enorm veel risico’s gebonden. Bijkomende aandacht is nodig voor de nieren, de lever, de groei en de ontwikkeling van het kleine lichaam, zo stelt prof. dr. Huysentruyt.
Daarnaast is het essentieel de darm zo snel mogelijk te (her)gebruiken om atrofie van de villi te voorkomen. Zo kunnen villi en crypten zich maximaal aanpassen aan de nieuwe anatomie. Om dit adaptatieproces in gang te zetten wordt voeding zo vroeg mogelijk (opnieuw) aangeboden. Dit zorgt voor een maximale ontplooiing, zo gaf ook Nele De Mulder (diëtiste KidZ Health Castle, UZ Brussel) aan.
Joy Demol en Chloë Verhelst (diëtisten nutritieteam UZ Brussel) bespraken de ESPEN guidelines van 2020, die gevolgd worden in UZ Brussel voor de opstart van HPN (Home Parenteral Nutrition). Het stappenplan in het kort:
- Minimum 2 nachten hospitalisatie
- Nagaan aanvraag voor terugbetaling, komt de patiënt in aanmerking?
- Nagaan energie en eiwitbehoefte van de patiënt
- Keuze van de parenterale voeding
- Grondige opvolging, met behulp van labowaarden, bio-elektrische impedantieanalyse, gewicht…
Nieuwe therapieën voor inflammatoire darmziekten
Karen Van Hove (diëtiste UZ Antwerpen) vervolgde de vorming met informatie rond Modulife, een mogelijke therapie bij de ziekte van Crohn. In het Universitair Ziekenhuis Antwerpen wordt deze therapie standaard opgestart bij kinderen na de diagnose van de ziekte van Crohn. Modulen, een polymeer product, wordt in combinatie met een restrictief dieet voorgeschreven. Volgens het nog jonge onderzoek kan deze therapie de remissiefase in gang zetten en zo de opstart van geneesmiddelen verlaten. Het bestaat uit drie fasen, de eerste zijnde de meest restrictieve. Boven de 18 jaar is er geen terugbetaling van Modulen.
Ook dr .Vandermeulen (kliniekhoofd gastro-enterologie UZ Brussel) ging dieper in op de inflammatoire darmziekten Crohn en Colitis Ulcerosa. In dit gebied wordt volop onderzoek verricht naar nieuwe behandelingen, zoals de JAK inhibitoren en specifieke interleukines. Daarnaast wordt steeds meer onderzoek gedaan naar stoelgangstransplantatie, dewelke een voordelig effect lijkt te hebben op de darm. Het is echter nog te vroeg om conclusies te trekken.
Wat duidelijk is uit de verschillende presentaties is de nood aan een multidisciplinaire en persoonlijke aanpak bij ziekten van het maagdarmkanaal, alsook bij andere pathologieën waarbij (par)enterale voeding noodzakelijk is. De therapie moet aangepast zijn aan de patiënt, aan zijn pathologie, de darmanatomie, de persoonlijke noden en omgevingsfactoren (zoals thuissituatie, dagindeling, psychologische bereidheid…). Voeding per os toedienen blijft prioritair en moet, indien tijdelijk gestopt, zo snel mogelijk heropgestart worden.