De effecten van havervezels op de bloedglucoseparameters van patiënten met een verhoogde cholesterol zijn volgens een nieuwe meta-analyse niet significant.
Haver en gerst onderscheiden zich van andere granen omdat ze rijk zijn aan bètaglucanen. Dat zijn oplosbare vezels die de absorptie van cholesterol in de darm kunnen belemmeren, en zo de glycemische piek na de maaltijd kunnen beperken. Deze effecten zijn goed gedocumenteerd: de EAV heeft zelfs een positief advies uitgegeven dat de gezondheidsclaims rechtvaardigt. Het resultaat is dat haver wordt beschouwd als hét ‘superfood’ onder de granen.
En bij een verhoogde cholesterol?
Verstoringen van de bloedsuikerspiegel worden geassocieerd met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Patiënten met een verhoogde cholesterol kunnen daarom bijzonder veel baat hebben bij de positieve effecten van bètaglucanen uit haver op de bloedsuikerspiegel. Maar zijn deze effecten wel echt zo interessant? Nee, zeggen Chinese onderzoekers die recent een systematische literatuurevaluatie uitvoerden.
Niet-significant effect
De onderzoekers voerden een systematische evaluatie van de literatuur uit. Ze concentreerden zich op gerandomiseerde gecontroleerde trials bij patiënten met een verhoogde cholesterol, met een publicatiedatum tot juli 2014. Ze selecteerden 12 trials, voor een totaal van 603 proefpersonen. Uit de resultaten van de meta-analyse blijkt dat het effect op de nuchtere bloedglucose en insuline niet significant is (0,05 mmol/l voor de nuchtere bloedglucose en 0,75 pmol/l voor de nuchtere insuline). Dat betekent niet dat haver geen positief effect heeft op de bloedsuikerspiegel na de maaltijd, maar het is geen wondermiddel…