Aandacht hebben voor eet- en kauwgeluiden kan helpen om minder te eten.
“Het oog wil ook wat,” wordt wel eens gezegd … maar onze oren zijn niet minder belangrijk! Dat blijkt uit nieuw onderzoek naar eetgeluiden, uitgevoerd door de Brigham Young University en de Colorado State University. Het gaat in dit geval niet om ‘externe’ geluiden, zoals spek dat sist in de pan of het gekraak van het harde suikerlaagje op de crème brûlée als je de eerste hap neemt. Dit onderzoek richtte zich op de geluiden die we maken als we kauwen: het geluid van mensen die bijten, kauwen, en voedsel vermalen tussen hun tanden. Ook werd nagegaan hoe we deze geluiden het beste kunnen waarnemen.
In een lawaaierige omgeving eten we meer
De onderzoekers toonden aan dat mensen minder eten wanneer de eet- en kauwgeluiden die ze horen intenser zijn – of wanneer ze die geluiden beter kunnen horen. In één experiment aten de proefpersonen pretzels terwijl ze een koptelefoon droegen. Het geluidsniveau in de koptelefoon verschilde. Als het geluidsniveau hoog was (en de kauwgeluiden gesmoord werden) aten de proefpersonen meer pretzels dan wanneer het niveau laag was. De auteurs noemen dit het ‘crunch-effect’.
Stilte aan tafel!
Volgens de onderzoekers is het dus van belang om niet enkel stil te staan bij de visuele signalen en smaaksignalen. Ook onze oren geven ons bepaalde signalen door, die ons kunnen helpen om minder te eten. We hebben nu in elk geval een goede reden om niet te eten met oortjes in of voor de televisie. En misschien moeten we ook maar eens iets doen aan het rumoer in de eetzaal op school …