Volgens een Amerikaanse studie zou de huidige omvang van onze hersenen zijn oorsprong vinden in de consumptie van koolhydraten door onze voorouders 800.000 jaar geleden.
De grote omvang van onze hersenen heeft antropologen altijd al geïntrigeerd. Verschillende ontdekkingen wijzen op een opvallende groei van de hersenen bijna drie miljoen jaar geleden. Die evolutie zou in gang gezet kunnen zijn door het eten van vlees en het beheersen van vuur (en dus het koken van voedsel).
Wetenschappers van de universiteit van Chicago komen nu echter met een andere hypothese, namelijk de gelijktijdige consumptie van koolhydraten, vooral uit zetmeelrijke bronnen.
Onmisbare glucose
Het team van professor Karen Hardy combineert antropologische, archeologische, fysiologische, genetische en anatomische gegevens. Ze formuleert verschillende observaties om haar hypothese te onderbouwen. Ze herinnert eraan dat het menselijk brein 25% van de door het lichaam opgenomen energie gebruikt en bijna 60% van de glucose in het bloed. Die behoefte is nog groter tijdens de zwangerschap en de borstvoeding. Hardy voegt er nog aan toe dat zetmeel voor onze voorouders beschikbaar was in knollen, granen en sommige vruchten en noten.
Toename van het aantal genkopieën voor speekselamylase
Het feit dat de mens vuur leerde gebruiken is een andere belangrijke parameter voor de integratie van koolhydraten in zijn dieet. Koken verbreekt de kristalstructuur van zetmeel en maakt het beter verteerbaar, en dus eetbaar.
Een laatste essentiële factor is dat het eten van gekookte planten het aantal genkopieën voor speekselamylase (en waarschijnlijk ook voor pancreasamylase) heeft verhoogd: de mens heeft er zes, terwijl andere primaten er twee hebben. Al deze factoren hebben volgens Hardy samen de buitengewone evolutie van onze hersenen en… de menselijke intelligentie mogelijk gemaakt.
Hardy K et alThe Quarterly Review of Biology 2015, 90(3): 251-268.