Het joderen van bakkerszout lijkt na een recente evaluatie van de jodiumstatus van de Belgische bevolking, voldoende om de tekorten bij jonge schoolgaande kinderen aan te vullen. Voor hun moeders en zwangere vrouwen worden wel nog tekorten vastgesteld. Het gebruik van bakkers –en tafelzout verder aanprijzen is daarom aangewezen.
Jodium ligt dat aan de basis van de synthese van schildklierhormoon. Gezien de essentiële rol van dit hormoon in het metabolisme en de groei is het belang ervan in het bijzonder voor zwangere vrouwen of vrouwen met kinderwens en (jonge) kinderen niet te onderschatten.
In 2009 ging de bakkersfederatie het engagement aan de voorkeur te geven aan gejodeerd zout bij het bakken van brood. Gehoopt werd om daarmee indirect het latente Jodiumtekort bij de Belgische bevolking te verhelpen.
Een aantal rapporten die recent gepubliceerd werden laten toe een evaluatie te maken van de jodiumstatus in België. Het betreft studies gemaakt onder leiding van Dr. Moreno-Reyes (ULB & Erasmusziekenhuis) in samenwerking met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV).
Bij jonge schoolgaande kinderen werd de jodiumstatus als voldoende beschouwd en volstaat dus a priori de verrijking van het bakkerzout. Bij hun moeders en bij zwangere vrouwen echter werden lichte tekorten vastgesteld. In het eerste trimester van de zwangerschap was de jodiumdosering (in de urine) van de vrouwen beduidend lager (118,3µg/l) dan in het derde (131µg/l).
Al zijn deze resultaten beter dan de waarden bij andere vrouwen (84,8µg/l) nog steeds wordt de aanbeveling (150µg/l) niet gehaald. Nochtans gaf iets meer dan 60% van de zwangere vrouwen aan een jodiumbevattend supplement te nemen.
De wetenschappers vragen bijgevolg om het gebruik van gejodeerd zout, bakkerszout én tafelzout, op te drijven zonder daarom het individueel zoutgebruik te verhogen.