Het plantaardiger maken van voeding staat voortaan op de agenda van voedselbeleid. Maar hoe zit het met senioren? Hoe ver kunnen we hun voeding plantaardiger maken zonder dat ze een tekort aan eiwitten en andere voedingsstoffen krijgen? Wetenschappers van INRAE en AgroParisTech geven antwoord op deze vraag.
Momenteel is de verhouding tussen plantaardige en dierlijke eiwitten in België ongeveer 40/60. Verschillende initiatieven in Europa hebben als doel deze verhouding in tien jaar tijd om te buigen naar 60/40. Deze eiwitverschuiving is een speerpunt van de noodzakelijke voedseltransitie, die gepaard gaat met een vegetarisering van de voeding. Het is een doelstelling voor de gezondheid van de mens en die van de planeet. Maar zoals iedereen weet, is de voedingswaarde van dierlijke eiwitten hoger dan die van de meeste plantaardige eiwitten. Bij een gelijke hoeveelheid wordt de behoefte aan essentiële aminozuren dus minder goed gedekt met plantaardige eiwitten, wat vooral bij senioren een punt van zorg is. Naarmate we ouder worden, is het behoud van de vetvrije massa namelijk een belangrijke doelstelling die moeilijker te bereiken is dan op jongere leeftijd. In hoeverre kunnen we de voeding van senioren dan vegetarisch maken en tegelijkertijd voorzien in hun voedingsbehoeften?
Lees ook: De Voedingstak 2025: de nieuwe top 5 van voedingsprioriteiten
Diëten met een toenemend gehalte aan plantaardige producten
Om deze vraag te beantwoorden, hebben onderzoekers van INRAE en AgroParisTech (Frankrijk) verschillende diëten met een toenemend gehalte aan plantaardige producten gemodelleerd en geoptimaliseerd. François Mariotti en zijn collega’s zijn uitgegaan van representatieve gegevens over de voedingspatronen van Franse volwassenen ouder dan 65 jaar. Ze hebben deze voedingspatronen geoptimaliseerd om te zorgen voor een adequate voedingswaarde voor 34 voedingsstoffen, met als doel een lager risico op chronische ziekten (gebaseerd op gegevens van de Global Burden of Disease) en met het streven om zo min mogelijk af te wijken van de eetgewoonten.
De resultaten van deze studie, gepubliceerd in het American Journal of Clinical Nutrition, tonen aan dat naarmate het aandeel van plantaardige eiwitten in de voeding toeneemt, er risico’s ontstaan op een onvoldoende inname van niet alleen eiwitten, maar ook van andere voedingsstoffen, met name jodium, calcium, ijzer, vitamine A, B2 en B12, omega-3-vetzuren, EPA en DHA.
Lees ook: Vegetarisering: wat zijn de risico’s en de voordelen?
Vegetariseren: ja, maar met behoud van vis, zeevruchten en zuivelproducten
In Frankrijk bestaat de eiwitinname momenteel voor 1/3 uit plantaardige eiwitten en voor 2/3 uit dierlijke eiwitten. Ondanks de voedingsrisico’s die gepaard gaan met vegetarisering, toont de studie aan dat het mogelijk is om de eiwitverhouding om te keren naar 2/3 van plantaardige oorsprong en 1/3 van dierlijke oorsprong zonder de dekking van de voedingsbehoeften in gevaar te brengen. Hiervoor geldt echter één voorwaarde: voldoende consumptie van vis, zeevruchten en zuivelproducten, in overeenstemming met de geldende voedingsaanbevelingen.
Om verder te gaan met vegetarisering, komen de onderzoekers tot de conclusie dat er dan moet worden overgestapt op andere strategieën, zoals de verrijking van voedingsmiddelen of het gebruik van voedingssupplementen om aan de voedingsbehoeften van senioren te voldoen.
Lees ook: Plantaardige alternatieven: minst bewerkte voeding op kop
Bron
Fouillet H et al. Am J Clin Nutr 2025 ;122(2) :556-70. doi: 10.1016/j.ajcnut.2025.06.011.