Een klinische studie waarbij verschillende hypocalorische diëten werden vergeleken, geeft aan dat een dieet met een matig vetgehalte en een lage glycemische index betere resultaten oplevert om gewicht te verliezen dan een vetarm dieet met een hoge glycemische index.
Het belang van voedingsmiddelen met een lage glycemische index (GI) is in het verleden al aangetoond in verschillende situaties, maar over hun rol bij het verliezen van gewicht bestaat nog geen consensus. Spaanse onderzoekers hebben een gerandomiseerde klinisch onderzoek uitgevoerd om het effect van drie isocalorische diëten na te gaan:
- een dieet met een matig vetgehalte en een hoge GI (HGI)
- een dieet met een matig vetgehalte en een lage GI (LGI)
- een vetarm dieet met een hoge GI (LF).
Gedurende zes maanden namen 122 personen met obesitas of overgewicht deel aan het experiment.
Na zestien en twintig weken verschenen er significante verschillen: in de GI-groep waren de BMI, de insulinemie (bij nuchtere toestand) en de resistentie tegen insuline duidelijk lager dan in de LF-groep (het verschil met de HGI-groep was niet significant). Nochtans waren er geen duidelijke verschillen tussen de groepen wat betreft hongergevoel, verzadiging, lipoïdisch profiel en ontsteking.
De auteurs besluiten dat een voedingspatroon met een beperkt energiegehalte, een matig vetgehalte en een lage GI doeltreffender zou kunnen zijn dan eenzelfde dieet met een hoge GI (wat in de resultaten nochtans niet eenduidig wordt aangetoond!) of dan een vetarm dieet.
Eerder dan het belang van een lage glycemische index te bewijzen toont dit onderzoek in feite vooral aan dat gewichtsverlies efficiënter kan verlopen bij een dieet met matig vetgehalte dan bij een hypolipoïdisch dieet, rijk aan vetten en met een hoge GI.
Juanola-Falgarona M. et al., Am J Clin Nutr, July 2014, vol. 100, no. 1 27-3.