Uit onderzoek blijkt dat wie gelooft dat het obesitasprobleem eerder te wijten is aan te weinig lichaamsbeweging dan aan een overmatige voedselconsumptie, een hogere BMI heeft dan wie het eetgedrag voor de lichaamsbeweging plaatst als oorzaak.
Een gebrek aan lichaamsbeweging en een overmatige voedselconsumptie zijn ongetwijfeld betrokken bij de ontwikkeling van obesitas. Het is echter moeilijker om te bepalen hoe belangrijk elke oorzaak is: de ene persoon denk dat het vooral de voeding is die de schuld draagt, de andere denkt dan weer dat een gebrek aan lichaamsbeweging een grotere rol speelt.
Psychologen aan de universiteit van Michigan hebben in vijf landen op drie continenten een onderzoek gevoerd naar de meningen over de oorzaken van obesitas. Het is geen verrassing dat voeding en lichaamsbeweging aangeduid worden als de twee voornaamste oorzaken, op grote afstand gevolgd door genetische factoren. De onderzoekers geven echter aan dat er twee duidelijke groepen kunnen gevormd worden naargelang het belang dat aan deze oorzaken wordt gehecht.
De resultaten van het onderzoek tonen een vergelijkbaar perceptieprofiel in drie landen: Frankrijk, de Verenigde Staten en Noord-Korea. Wie voeding op de tweede plaats zet in de ranglijst met oorzaken van obesitas heeft de neiging zwaarder te zijn dan wie voeding aanduidt als de voornaamste oorzaak. Uit de gegevens voor Canada blijkt dat wie lichaamsbeweging als een belangrijkere factor beschouwt dan voeding, meer chocolade eet dan wie voeding als de hoofdoorzaak van obesitas aanduidt.
Deze waarnemingen blijven ook geldig na correctie voor verschillende factoren waarvan is erkend dat ze samenhangen met de BMI, zoals het socio-economische niveau, de leeftijd en opleidingsgraad. De auteurs besluiten dat de mening over de oorzaken van obesitas een invloed kan hebben op het eetgedrag, en dat er rekening mee moet worden gehouden in verder onderzoek op dit gebied.
McFerran B., Mukhopadhyay A., Psychol Sci., 2013 Jun 5.