Personen met diabetes die vroeger ontbijten, hebben een lagere calorie-inname en een lager BMI dan deze die later ontbijten. Heeft dat met de biologische klok te maken?
Onderzoek bij de brede bevolking heeft al uitgewezen dat later opstaan en gaan slapen, en daardoor de etenstijd verschuiven, geassocieerd is met een vergroot obesitasrisico. Voor het eerst werd zo’n studie uitgevoerd bij diabetici, door de University of Illinois. De resultaten verschenen in het tijdschrift Diabetic Medicine.
Ochtendtype of avondtype?
De studie werd uitgevoerd bij 210 werknemers met diabetes type 2 in Thailand. Het ochtend- of avondprofiel werd bepaald aan de hand van een vragenlijst over de gewoontes, zoals het tijdstip van opstaan en slapengaan en de tijd die men spendeert aan lichaamsbeweging en intellectuele activiteiten, zoals lezen en werken. De deelnemers werden vervolgens geïnterviewd om hun etenstijden en energie-inname in kaart te brengen. De interviewers bepaalden ook het BMI en de kwaliteit en de duur van de slaap.
Diabetes, de invloed van de biologische klok
De onderzoekers stelden vast dat de ochtendmensen minder laat ontbijten (tussen 7u en 8u30) dan de avondmensen (tussen 7u30 en 9u). Over het algemeen nuttigen ochtendmensen alle maaltijden iets vroeger. Wat vooral uit de studie blijkt, is het verhoogde risico op een hogere BMI bij de avondmensen. Een hogere calorie-inname en een hogere BMI zijn enkel geassocieerd met een laat ontbijt, niet met een late lunch of avondmaaltijd.
Volgens de auteurs kan dit mogelijk verklaard worden door een verkeerd afgestelde biologische klok bij de avonddiabetici, die een verstoring van het energiemetabolisme veroorzaakt, zoals in verschillende studies wordt gesuggereerd.