Een Zweedse studie toont aan dat gewichtsverlies in het kader van een dieet de hersenactiviteit kan versterken en het episodische geheugen kan verbeteren bij vrouwen met overgewicht na de menopauze.
De resultaten van deze studie, die gepresenteerd werd in San Francisco ter gelegenheid van de 95e jaarlijkse vergadering van The Endocrine Society, suggereren dat de wijzigingen in het geheugen die geobserveerd worden bij obesitas, wel eens omkeerbaar zouden kunnen zijn. Bij obesitas komt vooral het episodische geheugen in het gedrang: de herinneringen aan bepaalde zeer specifieke gebeurtenissen in het leven van een individu.
Deze pilootstudie, die werd uitgevoerd bij twintig vrouwen na de menopauze en met een gemiddelde leeftijd van 61 jaar, had het voordeel een beroep te kunnen doen op een MRI-scanner (voor beeldvorming met magnetische resonantie), waarmee de hersenactiviteit gemeten kon worden tijdens de cognitieve tests.
De vrijwilligsters volgden zes maanden lang twee verschillende diëten, willekeurig bepaald: ofwel een dieet dat zeer rijk was aan eiwitten en onverzadigde vetten (30% eiwitten, 30% koolhydraten, 40% onverzadigde vetzuren: een paleolithisch dieet), ofwel een evenwichtig hypocalorisch dieet (15% eiwitten, 55% koolhydraten, 30% vetten: een Scandinavisch dieet). Voor en na het dieet werden het BMI en het vetpercentage bepaald, en werden er verschillende cognitieve tests uitgevoerd.
De resultaten op de MRI-scanner vertoonden geen verschillen tussen de twee diëten, en de auteurs besloten dan ook om ze samen te voegen. Het gemiddelde BMI daalde van 32,1 naar 29,9 in zes maanden, en de vrijwilligsters verloren gemiddeld 8 kg. Uit de MRI-analyse bleek dat na het dieet de hersenactiviteit van de testpersonen aanzienlijk verbeterd was in de gebieden van de hersenen die samenhangen met gezichtsherkenning en het episodische geheugen. De auteurs roepen dan ook op tot verder onderzoek om deze eerste resultaten te bevestigen.
Endocrine Society 95th Annual Meeting, June 17 2013, ScienceDaily, Retrieved June 19 2013.