Volgens een recente Australische studie hebben bejaarde vrouwen die dagelijks minstens 2,2 zuivelproducten consumeren, meer magere massa en superieure fysieke capaciteiten dan vrouwen die weinig of geen zuivelproducten eten.
Tijdens het verouderingsproces neemt de magere massa, en dus ook de spiermassa, meestal af, wat geen goed nieuws is voor het behoud van de fysieke capaciteiten. Onder meer daarom is het zo belangrijk dat bejaarde vrouwen via de voeding voldoende eiwitten krijgen. Australische onderzoekers zijn nagegaan welk verband er bestaat tussen zuivelconsumptie (melk, yoghurt, kaas), magere massa en een reeks parameters om de fysieke capaciteiten te meten van bejaarde vrouwen.
De studie omvatte 1456 vrouwen tussen 70 en 85 jaar die in een bejaardentehuis verblijven. De zuivelconsumptie werd ingedeeld in tertielen: maximaal 1,5 portie per dag, tussen 1,5 en 2,2 porties per dag en meer dan 2,2 porties per dag.
Uit de resultaten blijkt dat de vrouwen uit het hoogste zuivelconsumptietertiel een significant grotere magere massa hebben dan die uit het eerste tertiel (gemiddeld + 1,6 kg) en meer kracht in de handen (grip). Bovendien scoren de liefhebbers van zuivelproducten beduidend beter op de test ‘time up and go’ dan vrouwen die slechts weinig zuivelproducten consumeren.
Die test gaat na hoe lang ze erover doen om op te staan van een stoel, een eindje te lopen en opnieuw te gaan zitten. Ook hun fysieke capaciteiten zijn beter. De auteurs stelden tussen de verschillende niveaus van zuivelconsumptie echter geen significant verschil vast in het aantal valpartijen tijdens de drie voorgaande maanden.