Uit een onderzoek bij muizen blijkt dat een verhoogd gehalte aan glucose en fructose (25% van de energietoevoer) leidt tot een verhoogde mortaliteit bij vrouwelijke muizen en tot minder nakomelingen bij mannelijke muizen. Het enige goede nieuws is dat de dieren er niet dik van worden.
In talrijke dierstudies was al sprake van de schadelijke metabolische effecten van suiker, maar wat dat precies betekent, moet sterk worden genuanceerd, want meestal zijn de gebruikte doses niet zeer realistisch. Dan is deze nieuwe studie, die uitgevoerd werd door biologen van de University of Utah (Verenigde Staten) en verscheen in Nature Communications, alvast interessanter.
De onderzoekers vergeleken bij mannelijke en vrouwelijke muizen de gevolgen van voeding waarbij 25% van de energie uit suiker bestaat (de helft glucose, de helft fructose) en normale voeding (suiker verving maïszetmeel). Bij de mens komt deze hoeveelheid suiker overeen met 125 g suiker voor een inname van 2000 kcal, of het equivalent van ongeveer drie blikjes suikerhoudende drank. Dat is natuurlijk meer dan de aanbevolen dosis, zelfs 2,5 keer meer dan de maximale aanbevolen hoeveelheid, maar het is voor velen wel een realistische hoeveelheid, zeker in de Verenigde Staten.
Een ander sterk punt is dat in deze studie de omgeving realistischer is dan die van muizen in kooitjes. Uit het experiment blijkt dat in de ‘suikergroep’ de mortaliteit bij de vrouwelijke muizen bijna verdubbeld is. Op de mortaliteit bij de mannelijke muizen lijkt er geen effect te zijn. Bij de mannelijke muizen in de ‘suikergroep’ is zowel de competitiviteit bij de verdediging van hun territorium als de voortplantingsactiviteit aangetast.
Tegen alle verwachtingen in is er geen significante wijziging in het gewicht, het insulinegehalte, de glykemie en het triglyceridengehalte (nuchter) waargenomen.
Ruff J.S. et al., NATURE COMMUNICATION, 4:2245, 13 augustus 2013.