Essentiële voedingsmiddelen voor de ene, overbodig voor de andere … De meningen over melk en zuivelproducten staan soms haaks op elkaar, vooral wanneer we ons buiten de puur wetenschappelijke sfeer begeven of de feiten naast ons neerleggen. Hoe dan ook, deze groep voedingsmiddelen biedt meer voor- dan nadelen voor de gezondheid.
Melk en zuivelproducten kenden hun glorietijd na de Tweede Wereldoorlog. Ze werden bijna unaniem erkend om hun doeltreffende bijdrage aan een goede groei en voeding. Maar beetje bij beetje groeide de kritiek, vooral vanaf de eeuwwisseling. Naarmate er plantaardige alternatieven voor zuivelproducten op de markt kwamen, ging het imago van deze laatste er steeds meer op achteruit. Vandaag wordt een sojadrink die verrijkt is met calcium, vitamine B2, vitamine B12 en vitamine D dankzij het lage gehalte aan verzadigde vetzuren beschouwd als een nutritioneel evenwaardig alternatief. Dat zou zelfs hoogwaardiger zijn dan melk. Maar de nutritionele samenstelling blijkt niet te volstaan om de effecten van voedingsmiddelen op de gezondheid te kennen. Daarom moeten we hun matrixeffect onder de loep nemen. Melk bevat meer dan 4000 bestanddelen en zuivelproducten zoals yoghurt of kaas vormen diverse matrixen. We kunnen de effecten van deze en andere zuivelproducten dan ook niet blijven definiëren op basis van slechts enkele nutriënten.
Lees ook: Dierlijke en plantaardige eiwitten: in welke verhouding?
Zuivelproducten zijn goed voor de gezondheid
Het project Global Burden of Disease onder leiding van de Universiteit van Washington, gepubliceerd door The Lancet, geldt als referentie om een globaal overzicht te hebben over de verbanden tussen de consumptie van (groepen) levensmiddelen en onze gezondheid(1). Dit onderzoek naar de wereldwijde ziektelast levert een volledig overzicht van sterfte en invaliditeit in alle landen, doorheen de tijd en voor elke leeftijd of geslacht. Het kwantificeert het gezondheidsverlies als gevolg van honderden ziekten, verwondingen en risicofactoren.
Op basis van de laatste beschikbare gegevens, die wat België betreft van 2019 dateren, bekleedt onvoldoende consumptie van melk en zuivelproducten de tiende plaats in de lijst van risicofactoren die het grootste aantal jaren gezond leven (DALY’s of disability-adjusted life-years) kosten, net na onvoldoende inname van omega-3 vetzuren en vóór een onvoldoende consumptie van groenten.
Nog volgens gegevens van het GBD-project bedraagt de drempelwaarde, waarop het gebrek aan melk en zuivelproducten geen impact meer heeft op de ziektelast (uitgedrukt door het ‘Theoretical minimum-risk exposure level’ of TMREL), 360 à 500 ml melk per dag. Het is gedeeltelijk op die basis, aangevuld door duurzaamheidsoverwegingen, dat de Voedingsaanbevelingen voor de Belgische bevolking, opgesteld in 2019 door de Hoge Gezondheidsraad, aanbevolen om dagelijks 250 à 500 ml melk of het equivalent daarvan te verbruiken (2).
Lees ook: Leef langer door dagelijks de juiste keuzes te maken
Melk, yoghurt of kaas: het maakt wel degelijk iets uit als je een heupbreuk wil vermijden
Melk is rijk aan calcium en levert een belangrijke hoeveelheid eiwitten van hoge kwaliteit. Daarom zegt men altijd dat melk goed is als je gezonde botten wil. Nu gaan we zeker niet ontkennen dat die nutriënten noodzakelijk zijn voor de groei en het in stand houden van onze botten. Maar onderzoek naar het effect van zuivel op breukrisico leverde uiteenlopende resultaten op. Een meta-analyse uit 2023 die 13 prospectieve studies omvat en steunt op de gegevens van bijna 0,5 miljoen mensen, levert interessante gegevens op over de relatie tussen de consumptie van zuivelproducten en het risico op een heupbreuk(3). Eerste vaststelling: de totale consumptie van zuivelproducten heeft geen betekenisvol verband met het risico op een breuk. De resultaten lopen evenwel sterk uiteen, afhankelijk van de aard van het zuivelproduct:
- Voor melk: de consumptie wordt geassocieerd met een stijging van het breukrisico (+ 7% per 200 ml).
- Voor yoghurt en gegiste zuivelproducten: de consumptie van 250 g/dag wordt geassocieerd met een daling van het breukrisico met 15%.
- Voor kaas: de consumptie van 43 g/dag (ongeveer 1 portie) wordt geassocieerd met een daling van het breukrisico met 19%.
Ontdek de infografiek: Welke rol spelen zuivelproducten bij de inname van nutriënten?
En wat met de cardiometabolische effecten?
Niet-afgeroomde zuivelproducten werden lang gewantrouwd wegens hun inbreng van verzadigde vetten.
Een systematische herziening uit 2023 betreffende 19 gecontroleerde steekproeven van minstens 12 weken(4) leverde de volgende resultaten op:
- Een hoog verbruik (meer dan 3 porties per dag) van volle of magere zuivelproducten heeft geen nadelige effecten op de antropometrische parameters (gewicht, BMI, tailleomtrek, vetmassa).
- Volle of magere zuivelproducten verbeteren beide de systolische bloeddruk (van -5,22 naar -7,6 mm Hg), maar verstoren de glykemische controle (stijging van de nuchtere glucose van 0,31 naar 0,43 mmol/l en van de versuikerde hemoglobine van 0,37% naar 0,47 %).
- Volle zuivelproducten zouden het niveau van HDL-cholesterol (de ‘goede cholesterol’) in vergelijking met het gecontroleerde regime kunnen verhogen.
- Yoghurt verbetert de tailleomtrek (gemiddeld -3,47 cm), de triglyceriden (-0,38 mmol/l) en de HDL-cholesterol (+0,19 mmol/l) in vergelijking met melk.
Samengevat suggereert deze grootschalige studie dus dat zuivelproducten (zelfs volle producten) gunstige cardiometabolische effecten hebben.
Lees ook: Zoutconsumptie en bloeddruk: hoe zit dat nu precies?
Risico’s en voordelen
Wat de andere grotere gezondheidskwesties betreft, worden zuivelproducten in verband gebracht met een daling van het risico op colorectale kanker en een lager risico op diabetes type 2, in het bijzonder yoghurt.
Daarnaast blijven er nog altijd vragen openstaan, onder meer betreffende het eventueel verhoogde risico op prostaatkanker (op basis van studies van de inname van supplementen van 2 g en meer calcium per dag) of een hoger risico op auto-immuunziekten (zoals reumatoïde polyartritis). Er bestaan echter geen sluitende gegevens. Bij een redelijke consumptie (2 à 3 porties per dag) bieden zuivelproducten hoe dan ook nog altijd duidelijk meer voordelen dan risico’s. Allergieën voor eiwitten of lactose-intolerantie uiteraard buiten beschouwing gelaten …
Lees ook: Koolhydraatarm of vetarm: wat is de beste keuze?