Een Canadees onderzoek werpt licht op het verband tussen de voedingswaarde van ons voedsel en de leeftijdsgebonden cognitieve aftakeling. Dat verband lijkt bijzonder sterk naarmate het socio-economische niveau daalt.
Er blijkt een verband tussen de leeftijdsgebonden cognitieve aftakeling enerzijds en de voedselkwaliteit en het socio-economische niveau anderzijds. Wel is het moeilijk om de effecten van beide factoren afzonderlijk te evalueren.
Een team van Canadese wetenschappers voerde een onderzoek bij 1099 volwassenen tussen 68 en 84 jaar die thuis wonen en hadden deelgenomen aan de cohortstudie NuAge (Quebec Longitudinal Study on Nutrition and Successful Aging). Hun cognitieve functies werden gemeten met behulp van de Mini-Mental State Examination en vergeleken met gegevens over hun voedingskwaliteit en socio-economische indicatoren. De deelnemers werden drie jaar lang gevolgd.
Uit de resultaten blijkt dat een zogenaamd ‘voorzichtig’ eetpatroon (met veel groenten, fruit, vis, gevogelte en vetarme zuivelproducten) aan het begin van de studie gelinkt is aan betere cognitieve prestaties, maar enkel bij deelnemers met een hoger inkomen, een hoger opleidingsniveau en een heterogeen socio-economisch niveau.
Een grotere voorkeur voor een ‘voorzichtig’ eetpatroon wordt enkel bij de deelnemers met een laag socio-economisch niveau in verband gebracht met een lagere cognitieve aftakeling. Anderzijds wordt het ‘westerse’ dieet (rijk aan vlees, aardappelen, verwerkte voedingsmiddelen en vette zuivelproducten) in verband gebracht met een grotere cognitieve aftakeling, maar enkel bij personen met een laag opleidingsniveau.
Kortom, dit onderzoek suggereert dat een ‘voorzichtig’ eetpatroon aangeraden is voor iedereen, maar ook dat een aanpassing van het eetpatroon om de cognitieve aftakeling tegen te gaan nuttiger is in de lagere socio-economische milieus.
Parott M.D. et al., J. Nutr., November 1, 2013, vol. 143, no. 11, 1767-1773.