Door zijn hoge gehalte aan verzadigde vetzuren wordt boter vaak uit de aanbevelingen geweerd. Toch lijkt boter volgens een nieuwe review van de beschikbare gegevens niet of nauwelijks geassocieerd met een toename van de sterfte.
Hoewel de meeste studies aantonen dat verzadigde vetzuren een schadelijk effect hebben, zijn de gegevens voor boter minder duidelijk. Nochtans zijn bijna twee derde van de vetten in boter verzadigde vetten.
Deze nieuwe studie onder leiding van Dariush Mozaffarian (Friedman School of Nutrition Science & Policy, Tufts University) werpt nieuw licht op de zaak. De onderzoekers kozen voor een systematische review en een meta-analyse met negen observationele studies, goed voor vijftien landen en in totaal 636.151 deelnemers.
Boter: geen belangrijke stijging van het risico
De resultaten laten zien dat boter slechts in geringe mate geassocieerd is met een toename van de totale sterfte: het relatieve risico bedraagt slechts 1,01 per 14 g boter. Er blijkt geen enkel significant verband tussen boter en hart- en vaatziekten of kransslagaderaandoeningen. Boter blijkt zelfs omgekeerd geassocieerd met de incidentie van diabetes.
Wel merken we op dat het relatieve risico (0,96 per 14 g boter) nauwelijks is verlaagd. Meer was er niet nodig om talloze koppen te zien opduiken waarin boter de hemel werd ingeprezen, wat echter niet de conclusie is van deze observaties.
Opgelet voor overhaaste conclusies
Deze studie moet dus met de nodige omzichtigheid worden geïnterpreteerd. Het gaat hier immers alleen om observaties waarbij al dan niet boter wordt gegeten, zonder verdere details over de voedselkeuzes. De studie toont niet aan dat boter vervangen door onverzadigde vetten geen voordeel heeft.
Bovendien preciseren de auteurs zelf dat margarines, vetstoffen om te smeren en bakolie rijk aan gezonde oliën, zoals sojaolie, koolzaadolie, lijnzaadolie en extra vergine olijfolie, een betere keuze lijken dan boter, of dan geraffineerde granen, zetmeel en suikers.
Hoe uitgebreid de studie ook is, ze toont dus enkel en alleen aan dat boter niet beter, maar ook niet slechter is dan geen boter. Maar daarom verheft ze boter nog niet tot een gezonde keuze …
Pimpin L. et al., PLoS ONE, 11(6): e0158118.