Bij chrononutritie houd je niet enkel rekening met de specifieke voedingswaarde en het caloriegehalte van iedere maaltijd, maar ook met het tijdstip van het eetmoment. Het is nog steeds een slecht gedocumenteerd concept, ook al vindt het idee van een stevig ontbijt en een licht avondmaal steeds meer ingang in de strijd tegen overgewicht en zwaarlijvigheid.
Onze eetgewoonten afstemmen op onze biologische klok en onze energiebehoefte lijkt een goede manier om een correct metabool evenwicht in stand te houden, en zo het risico op gewichtstoename te verkleinen.
De rol van de biologische klok in de literatuur
Dat de biologische klok een rol speelt in de ontwikkeling van chronische ziekten, zoals zwaarlijvigheid en diabetes, is vandaag wel degelijk bevestigd. Een studie toonde reeds aan dat het niet zozeer belangrijk is wat men eet, maar wel wanneer men het eet. Dat benadrukt het belang van de biologische klok als dirigent van onze stofwisseling, en bevestigt de centrale rol van de vetcellen, met hun moleculaire biologische klok, in het integreren van de voedselinnamen en het energieverbruik.
Een andere studie toont dat de gewichtstoename bijna de helft kleiner is als de toegang tot voedsel wordt gepland. Tot slot toonden nog andere studies aan dat een verstoorde nachtrust, met andere woorden een ontregelde klok, in verband kan worden gebracht met een gegarandeerde gewichtstoename.
Chrononutritie: eetmomenten
Deze nieuwe review van de literatuur werd uitgevoerd aan de hand van observatiestudies. De verschillen in gewoonten en tijdstippen van voedselinname in diverse culturen en landen werden onder de loep genomen. Ook werd nagegaan hoe deze gewoonten het risico op zwaarlijvigheid kunnen beïnvloeden.
De onderzoekers vergeleken in het bijzonder de gegevens met betrekking tot het verband tussen het tijdstip van de maaltijden en het gewicht. De meeste studies leverden wel gegevens over de verschillende maaltijden (ontbijt, middagmaal, avondmaal en tussendoortjes), maar niet zozeer over de precieze tijdstippen van de voedselinname doorheen de dag. De onderzoekers identificeerden daarom vier manieren van voedselconsumptie.
Enkele studies die betrekking hebben op het verband tussen voeding, het tijdstip van de dag en het gewicht, komen tot de volgende conclusies:
- Meer eten ’s avonds dan ’s ochtends wordt in verband gebracht met een hogere BMI.
- Eten tussen de maaltijden door wordt in verband gebracht met meer lichaamsvet.
- Het ontbijt overslaan en meer eten later op de dag, wordt in verband gebracht met een hogere BMI.
Andere bewijzen suggereren dat de energieconsumptie in de avonduren een risicofactor voor zwaarlijvigheid is, besluiten de auteurs, maar zij preciseren daarbij wel dat meer gegevens noodzakelijk zijn.
Het is moeilijk om conclusies te trekken uit dit literatuuronderzoek, want de gehanteerde methodologieën variëren, en de gebruikte gegevens zijn mogelijk niet langer representatief voor onze huidige eetgewoonten. Deze studie is vooral interessant omdat ze een panorama biedt van de diversiteit van eetgewoonten overal ter wereld.
N.B.: Deze studie kreeg de steun van het Onderzoekscentrum van Nestlé®.
S. Almoosawi et al., Proceedings of the Nutrition Society, 22/06/2016.