Moet overgewicht benaderd worden als een eetverslaving of het resultaat ervan? De visie wint in elk geval steeds meer veld. Australische onderzoekers stellen voor om de overmatige consumptie van suiker aan te pakken als een verslaving. In dat opzicht bieden geneesmiddelen voor de behandeling van andere verslavingen interessante mogelijkheden.
Wereldwijd zijn er op dit moment 1,9 miljard personen met overgewicht en 600 miljoen onder hen kunnen worden beschouwd als ‘obees’. Er moet dan ook dringend iets worden gedaan aan de belangrijkste oorzaken van deze epidemie, en dan vooral aan de veel te hoge suikerconsumptie.
Uiteraard kan obesitas niet simpelweg worden afgedaan als een eetverslaving, al kampt 10 tot 15% van de obesitaspatiënten met boulimische hyperfagie. In de vijfde editie van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) wordt boulimische hyperfagie (binge eating), net als anorexia nervosa of boulimia, beschouwd als aparte psychische stoornis. Dat geldt echter niet voor eetverslaving.
Het beloningssysteem in de hersenen
Kunnen we chronisch overeten beschouwen als een vorm van verslaving? Hoewel daarvoor geen bewijs bestaat, zien we wel dat deze opvatting steeds meer terrein wint. Een dergelijke visie opent in elk geval heel andere perspectieven voor nieuwe behandelvormen en therapeutische benaderingen van obesitas. Een studie van het CNRS, gepubliceerd in 2014 in het tijdschrift Molecular Psychiatry, onthult hoe de vetten uit onze voeding invloed uitoefenen op onze hersenen, en dan in het bijzonder op het beloningssysteem in onze hersenen, dat ook een rol speelt bij drugsverslaving.
Meerdere studies hebben de specifieke beloningssystemen in de hersenen geïdentificeerd die reageren op verschillende soorten suiker.
Een team van de Queensland University of Technology is daarom nagegaan of geneesmiddelen voor de behandeling van verslavingen ook kunnen helpen om de ‘verslaving’ aan suiker te genezen. Een te hoge suikerconsumptie staat rechtstreeks in verband met gewichtstoename. Suiker verhoogt herhaaldelijk de dopamineniveaus die de belonings- en genotscentra in de hersenen regelen. In die zin is suiker vergelijkbaar met andere stoffen, zoals tabak, cocaïne en morfine.
En net als bij de andere verslavende stoffen heeft een langdurige suikerconsumptie uiteindelijk een omgekeerd effect. De dopamineniveaus dalen, en je moet steeds grotere hoeveelheden van de verslavende stof innemen om hetzelfde beloningsniveau te bereiken.
Een gelijkaardig mechanisme
Varenicline wordt gebruikt bij de behandeling van tabaksverslaving. De stof werkt in op bepaalde neuronale receptoren. Uit de proeven bij muizen blijkt nu dat varenicline op dezelfde manier kan ‘werken’ tegen suikerverslaving. Bij het ‘afkicken’ ‒ of dat nu van suiker is of van een andere verslavende stof ‒ kunnen ook andere geneesmiddelen van nut zijn, zoals mecamylamine en cytisine. Als het lichaam na een langdurige blootstelling plots geen sucrose meer krijgt, kan dat immers een onbalans in de dopamineniveaus veroorzaken.
Let wel: het gaat hierbij niet om het geneesmiddel op zich, maar eerder om de gelijkenissen in de manier waarop het geneesmiddel werkzaam is bij de twee soorten verslavingen.
De doeltreffendheid van vareciline is immers beperkt. Bovendien kan dit geneesmiddel een aantal nadelige effecten hebben, zoals een verhoogd risico op psychiatrische stoornissen, zelfmoord en cardiovasculaire problemen.
Toch zijn de resultaten veelbelovend: ze suggereren dat geneesmiddelen die al gebruikt worden in de behandeling van andere verslavingen, ook nuttig kunnen zijn in de strijd tegen de obesitasepidemie.