De EFSA onderzoekt de gebruiksvoorwaarden van calcium en vitamine D in het kader van een claim met betrekking tot de vermindering van mineraal botverlies. De Standing Committee on the Food Chain and Animal Health (SCFCAH) acht de vooropgestelde inname door de lidstaten te hoog.
De SCFCAH van de Europese Commissie debatteerde op 11 oktober laatstleden over de weigering van de EFSA om twee gezondheidsclaims toe te laten met betrekking tot een verminderd ziekterisico en de consumptie van calcium en vitamine D (artikel 14, n°1924/2006). De claims betreffen het mineraal botverlies bij vrouwen na de menopauze, risicofactor in de ontwikkeling van osteoporotische fracturen.
De commissie vroeg aan EFSA om bijkomend advies ter bepaling van coherente gebruiksvoorwaarden voor calcium, vitamine D en botgezondheid. Het voorgesteld dagelijks gebruik door een lidstaat om het vooropgestelde effect te bereiken 1000 mg calcium en 800 IE vitamine D – wordt te hoog geoordeeld in vergelijking met de inname via de voeding in bepaalde Europese landen.
De Commissie stuurt erop aan dat a priori ruimere limieten voor vitaminen en mineralen worden vastgelegd op Europees niveau. Ze benadrukte ook dat, zonder harmonisering, de evaluatie van een product dat een bepaalde stof bevat niet moet vooruitlopen op de beoordeling van het statuut van een bepaald product. Volgens de EU zou het classificeren als voedsel of als medicament inderdaad een geval per geval beslissing moeten zijn. Een lidstaat opperde dat de claim beperkt zou moeten blijven tot enkel voedingssupplementen. Wordt vervolgd op de volgende bijeenkomst van de SCFCAH…
Bron:
http://ec.europa.eu/food/committees/regulatory/scfcah/general_food/sum_11102010_en.pdf