Consumenten begrijpen de voedingsinformatie op het etiket niet altijd even goed. Dat is niet uitsluitend een Europees probleem: een studie van de McGill University bracht aan het licht dat de Noord-Amerikaanse markt te kampen heeft met gelijkaardige moeilijkheden, die een correct gebruik van de etiketten belemmeren. Sommige systemen werken echter beter dan andere.
De onderzoekers vergeleken vier systemen voor het etiketteren van voedingsmiddelen. Wat bleek? De voedingswaardetabellen (die nu verplicht moeten worden vermeld op de meeste voedingsmiddelen in de Verenigde Staten en Canada) kwamen uit de test als… het minst doeltreffende systeem.
Het kost niet alleen veel tijd om de tabellen te begrijpen (ze vermelden het percentage van de dagelijkse inname voor verschillende voedingsstoffen – het equivalent van onze dagelijkse hoeveelheden), maar bovendien verschilden de voedingskeuzes die de deelnemers maakten weinig van een totaal willekeurige keuze.
De tabellen tonen wel de voedingswaarden, maar helpen de consument niet een beslissing te nemen.
In de praktijk kan een product weinig vet bevatten, maar wel veel suikers, of omgekeerd. De tabellen tonen wel de voedingswaarden, maar helpen de consument niet een beslissing te nemen. Zelfs goed opgeleide en gemotiveerde consumenten vinden het lastig om op basis van deze tabellen de meest voedzame producten te kiezen, aldus de auteurs van de studie.
De onderzoekers pleiten dan ook voor een andere optie, het zogenaamde NuVal-systeem. Hiermee kan de consument snel beoordelen welke voedingsmiddelen het voedzaamst zijn. NuVal wordt gebruikt in een aantal Amerikaanse supermarkten en is een label dat op het schap wordt aangebracht. Het toont de totale voedingswaarde van elk product, uitgedrukt als een getal van 1 tot 100.
Het NuVal-systeem is ontwikkeld door voedingsdeskundigen van verschillende universiteiten, waaronder Yale, Harvard en Northwestern, en houdt rekening met de positieve en de negatieve aspecten van elk voedingsmiddel. Het systeem drukt de voedingswaarde uit als één enkel getal, en is daardoor een stuk minder verwarrend. De aanpak is vergelijkbaar met die van het Franse systeem SAIN/LIM.
Voor het ‘stoplichtsysteem’, dat in zwang is in het Verenigd Koninkrijk, meldt de studie gemengde resultaten. Als consumenten een keuze maakten op basis van dit systeem, kozen ze net iets voedzamere producten dan als de keuze volledig willekeurig was. Een keuze maken met behulp van het stoplichtsysteem vraagt echter meer tijd, omdat de consument rekening moet houden met de kleuren van de verschillende verkeerslichten en de producten met elkaar moet vergelijken.
In Denemarken, Zweden en Canada krijgen voedzame producten een speciaal etiket en de minder gezonde producten niet. Dat is handig om een snelle keuze te maken, maar het bleek dat de consumenten die dit systeem gebruikten, niet kozen voor gezondere producten.
Helfer P., Shultz T.R., Ann N Y Acad Sci., 2014 Dec; 1331(1): 174-85