Een nieuwe studie benadrukte onlangs dat we moeten oppassen met ultraverwerkte voedingsproducten. Uit de studie blijkt namelijk dat een eetpatroon met veel verwerkte producten in verband kan worden gebracht met een lage concentratie aan fyto-oestrogenen in de urine.
Het beschermende effect van fyto-oestrogenen
Deze studie bij circa 2700 Amerikanen onderzocht het verband tussen de consumptie van industriële producten, die tal van verwerkingen hebben ondergaan tijdens het productieproces, en de urineconcentratie van bepaalde fyto-oestrogenen.
Diverse onderzoeken suggereerden dat een aanzienlijke bijdrage van levensmiddelen rijk aan fyto-oestrogenen in het eetpatroon een beschermend effect zou kunnen hebben tegen bepaalde ziekten, waaronder een aantal soorten kanker, hart- en vaatziekten en osteoporose. In dit geval werden twee specifieke fyto-oestrogenen bestudeerd: lignanen en isoflavonen. Lignanen zitten in bessen, zaden (vooral in lijnzaad), graankorrels, noten, fruit, kruisbloemige groenten en rode wijn. Isoflavonen behoren tot de flavonoïden en zitten in bessen, wijn, zaden, noten en peulvruchten, met name soja.
Weinig fyto-oestrogenen in ultraverwerkte levensmiddelen
Wat stelden de onderzoekers vast? Hoe meer ultraverwerkte levensmiddelen de deelnemers aten, des te minder enterodiol (een lignaan) er in hun urine bleek te zitten. Voor enterolacton en isoflavonen bleek geen enkel significant verband.
Dit resultaat toont niet alleen aan dat een eetpatroon met veel verwerkte levensmiddelen minder voedingswaren bevat met enterodiolen, maar ook dat de biologische beschikbaarheid van die stof is gewijzigd. De omzetting van lignanen in enterolignanen, en ook hun opname door de dikke darm, kan namelijk worden aangetast.
Als we rekening houden met de mogelijke positieve gezondheidseffecten die aan lignanen worden toegeschreven, bevestigt deze studie het idee dat ultraverwerkte levensmiddelen schadelijk zijn voor de nutritionele kwaliteit van onze voeding.