Oxidatieve stress speelt een belangrijk rol in het ontstaan van hart –en vaatziekten en kanker. Omwille van deze reden wordt er veel onderzoek gedaan naar het verband tussen antioxidanten in de voeding en het risico op het ontwikkelen deze aandoeningen. Toch kan er geen consensus gevormd worden: de studies vertonen telkens verschillende resultaten.
Recent zijn resultaten van de prospectieve Rotterdamse Studie, die het verband onderzocht tussen de hoeveelheid antioxidanten in de voeding en het risico op het ontstaan van dementie en infarcten, gepubliceerd. De deelnemers (> 55 jaar) werden in drie groepen ingedeeld in functie van de hoeveelheid antioxidanten in de voeding, vooral te wijten aan een verschil in koffie –en theeconsumptie.
Van de 5.395 dementie-vrije en 5.285 infarct-vrije deelnemers was er een incidentie van 600 voor zowel dementie als infarcten, na een follow-up van 13,8 jaar. Toch werd er geen verband vastgesteld tussen de hoeveelheid antioxidanten in de voeding en het risico op het ontstaan van dementie/infarcten: deelnemers met een hoog antioxidantgehalte (26,1 mmol/dag) hadden evenveel risico als deelnemers met een lager antixoidantgehalte (15,1 en 20,3 mmol/dag).
Deze resultaten kwamen overeen met die van een andere cohortstudie, The Nurses Health Study, maar waren in strijd met die van een Italiaanse cohortstudie. Het is moeilijk deze studies met elkaar te vergelijken omdat ze onderling verschillen vertonen in studie-parameters en elk hun eigen limitaties hebben.
Tot slot werken de drie cohortstudies met de totale hoeveelheid antioxidanten in de voeding. Daarentegen bestaan er ook heel wat studies die enkel het effect van één individueel antioxidant nagaan. Dit kan mogelijks bijdragen tot het bekomen van verschillende studieresultaten in het onderzoek naar antioxidanten en oxidatieve stress.