Volgens een systematische review uitgevoerd door onderzoekers van Mayo Clinic mist de BMI-methode 25% van de kinderen die als zwaarlijvig moeten worden beschouwd.
Hoewel de BMI anders wordt gebruikt bij kinderen en adolescenten dan bij volwassenen, gaat de methode voorbij aan bepaalde kinderen die op basis van hun vetpercentage als zwaarlijvig moeten worden beschouwd. Zo blijkt uit een meta-analyse van 37 studies en 53.521 patiënten tussen vier en achttien jaar.
Het is de eerste systematische review en meta-analyse die de doeltreffendheid evalueert van de BMI-methode voor de identificatie van overtollig lichaamsvet, in vergelijking met andere referentietechnieken (zoals huidplooimetingen en DXA-scan).
De resultaten wijzen uit dat de BMI-meting kinderen die duidelijk zwaarlijvig zijn probleemloos identificeert, maar een belangrijke groep kinderen mist die weliswaar minder corpulent zijn, maar wel een te hoog vetpercentage hebben. Dat leidt volgens Francisco Lopez-Jimenez, auteur van de studie en directeur preventieve cardiologie van Mayo Clinic, bij veel ouders tot een valse geruststelling over het gewicht van hun kind.
In eerdere studies vestigde dokter Lopez-Jimenez al de aandacht op een vergelijkbare situatie bij volwassenen, die hij ‘normaalgewichtobesitas’ noemt (NWO of Normal Weight Obesity), waarbij een volwassene een te hoog percentage lichaamsvet heeft ondanks een normale BMI. Deze NWO en zwaarlijvigheid kunnen beide leiden tot een verhoogd risico op pre-diabetes, metabool syndroom en sterfte door hart- en vaatziekten, aldus de onderzoeker.
Javed A. et al., Pediatr Obes, 2014 Jun 25.