In een Franse studie zijn de gevolgen onder de loep genomen van cafeïneconsumptie door zwangere vrouwen. Uit de resultaten, die gepubliceerd werden in het tijdschrift Science Translational Medicine, blijkt dat cafeïne bij knaagdieren de hersenen van de foetus aantast, met als gevolg een grotere gevoeligheid voor epilepsie en geheugenproblemen op latere leeftijd.
De consumptie van bepaalde psychoactieve stoffen (nicotine, alcohol, anxiolytica enz.) wordt sterk afgeraden tijdens de zwangerschap, omdat ze de hersenontwikkeling aantasten. Onderzoekers aan de universiteit van Marseille stellen nu dat cafeïne hetzelfde effect zou kunnen hebben.
De onderzoekers hebben bij vrouwelijke muizen een regelmatige koffieconsumptie gereproduceerd (+/- 2 tot 3 kopjes/dag bij de mens) gedurende de volledige dracht tot het spenen van de jongen. Resultaat: de babymuizen waren veel gevoeliger voor epilepsieaanvallen, en eenmaal volwassen hadden ze moeilijkheden om zich in hun omgeving te oriënteren.
Het mechanisme achter dit effect is achterhaald. Bij de ontwikkeling van de hersenen ontstaan bepaalde cellen in specifieke hersengebieden. Vervolgens migreren ze naar de gebieden waar ze actief moeten zijn. Dat geldt ook voor de neuronen, die GABA vrijgeven en naar de hippocampus migreren, waar ze betrokken zijn bij het memoriseerproces.
Cafeïne vertraagt de migratie van deze neuronen, die een specifieke receptor bevatten (A2AR) waaraan cafeïne zich hecht en zo de verplaatsingssnelheid vertraagt. Dat effect beïnvloedt de volledige ontwikkeling en heeft dan ook een nefaste invloed op de hersenen van pasgeboren en volwassen muizen.
Gezien deze experimentele observaties en de frequentie van de koffieconsumptie bij zwangere vrouwen suggereren de auteurs dat er longitudinale studies worden ontwikkeld om te evalueren wat de gevolgen zijn voor pasgeboren kinderen op korte, maar vooral ook op lange termijn.