Steeds vaker worden zorginstellingen geconfronteerd met allochtonen met een diagnose van diabetes mellitus. Op het 20ste diabetessymposium in Gent kwamen meerdere sprekers aan het woord om de hulpverlening te bespreken bij deze specifieke populatiegroep.
Het aantal allochtonen in België is de laatste jaren sterk gestegen door de globalisering en de vluchtelingencrisis. De interculturele aard van het land is nu een realiteit waardoor gezondheidsprofessionals geregeld te maken krijgen met patiënten van verschillende etnische groepen.
Wat is dan de juiste aanpak wanneer er sprake is van een taal- en cultuurbarrière?
Vermenigvuldigde prevalentie bij allochtonen
Uit onderzoek is gebleken dat de prevalentie van diabetes mellitus hoger is bij allochtonen dan bij autochtonen. Zo zouden bijvoorbeeld personen van Turkse of Marokkaanse afkomt gevoeliger zijn voor het ontwikkelen van de ziekte.
Dit komt mogelijks ook door het genotype van migranten, omdat het bescherming zou bieden in tijden van voedselschaarste. De overvloed aan voeding in het land van migratie speelt hierdoor in hun nadeel, naast ook de cultuurverandering dat sedentariteit in de hand werkt.
De taal- en cultuurbarrière overbruggen
Het inschakelen van een professionele tolk is een eerste cruciale stap dat verder ondersteund kan worden door visueel materiaal. Naast de taal krijgt de cultuur en het geloof van etnische bevolkingsgroepen een belangrijke plaats in het leven van allochtonen. Het is als het ware een identiteit die ze meenemen uit hun geboorteland.
Begrip tonen voor de verschillende elementen uit het geloof kan daarom helpen om het vertrouwen te winnen van de patiënt. Zelf beginnen over bijvoorbeeld Ramadan en het Suikerfeest kan de patiënt geruststellen.
Tenslotte is het nodig een beter beeld te krijgen van de voedingsconsumptie. De voedingsgewoonten zijn zodanig verschillend dat vaak meer informatie nodig is over de gebruikte voedingsmiddelen, de bereidingswijzen en de porties.
Er zijn daarbij 3 basisprincipes die de opvolging kunnen verbeteren:
- Educatie aanpassen aan de persoon in kwestie
- Haalbaar advies geven
- Zowel patiënt als familie motiveren