De microbiota zou mogelijk een rol spelen bij de ontwikkeling van coeliakie en glutengevoeligheid. Dat blijkt uit nieuw Canadees onderzoek.
Bij slechts 2-5% van de personen die genetisch gevoelig zijn voor coeliakie, ontwikkelt de ziekte zich ook werkelijk. Hoe komt dat? Een deel van het antwoord ligt mogelijk in onze microbiota…
In dit onderzoek, uitgevoerd door Elena F. Verdu, gastro-enteroloog en professor aan de McMaster University in Hamilton (Canada), werd gebruikgemaakt van muizen met expressie van het gen DQ8. De dieren waren daardoor genetisch gevoelig voor ontstekingsreacties veroorzaakt door gluten.
De onderzoekers vergeleken de immuunrespons en de aandoening in de darmen van de dieren, op basis van de micro-organismen aanwezig in de darm.
De beschermende werking van de microbiota
Naast de kiemvrije dieren was er ook een groep dieren met een gehumaniseerde microbiota, maar zonder opportunistisch pathogeen of proteobacteriën (clean-SPF). Een andere groep was gekoloniseerd met een meer conventioneel gehumaniseerd microbiota, waaronder opportunistische pathogenen en proteobacteriën, zoals stafylokokken, streptokokken en Helicobacter (conventioneel SPF).
De auteurs merkten op dat de clean-SPF-dieren beschermd waren tegen diverse ongewenste reacties die wel werden waargenomen bij de andere dieren blootgesteld aan gluten (waaronder activering van de intra-epitheliale lymfocyten). Het beschermende effect verdween als de clean-SPF-dieren E. coli van coeliakiepatiënten kregen toegediend.
Minder dopamine
De onderzoekers wilden ook weten in welke mate de aanwezigheid van proteobacteriën als Helicobacter en Escherichia in het conventionele SPF-model een rol speelde in de aandoening. Daartoe behandelden ze deze dieren met een antibioticum (vancomycine) in de perinatale periode, waardoor de aanwezigheid van proteobacteriën in het model toenam. Dit resulteerde in een ernstigere vorm van de aandoening die later optrad door blootstelling aan gluten.
Deze studies tonen aan dat intestinale dysbiose mogelijk een rol speelt in de negatieve effecten die optreden door de blootstelling aan gluten. Het was echter niet mogelijk om een causale relatie vast te stellen.
Robin G. Lorenz, The American Journal of Pathology, Published online 21/09/2015.