Dimethylmalonaat is een scheikundige verbinding aanwezig in vruchten zoals druiven, aardbeien, ananas en bramen. Deze stof kan helpen bij het beperken van de celbeschadiging die optreedt bij ischemie tijdens een hartaanval of beroerte.
Door middel van proeven op muizen hebben Angelsaksische onderzoekers aangetoond dat deze verbinding remmend werkt voor succinaat, een verbinding die interageert met de zuurstofmoleculen en leidt tot de productie van reactieve zuurstofsoorten, die de cellen kunnen beschadigen. Ze wijzen erop dat de ischemie die optreedt tijdens een hartaanval of een beroerte, aanzienlijke schade veroorzaakt aan weefsels en organen.
Het team ging na welke chemische stoffen worden geproduceerd in de nieren, de lever, het hart en de hersenen van muizen na het optreden van ischemie en reperfusie (terugkeer van de bloedstroom). Ze stelden daarop vast dat de succinaatspiegels in alle onderzochte weefsels drie tot negentien keer hoger lagen, afhankelijk van de duur van de ischemie. Een paar minuten na de reperfusie daalden de gehaltes tot hun normale waarde.
De onderzoekers testten vervolgens dimethylmalonaat en toonden aan dat deze verbinding de accumulatie van succinaat in de organen vermindert tijdens een ischemie. Door de muizen te injecteren met dimethylmalonaat slaagden ze er inderdaad in om de productie van succinaat tijdens periodes van cardiale ischemie af te remmen. Deze injectie maakt het mogelijk om de ernst van weefselschade te beperken.
Het gaat om veelbelovende gegevens die de weg vrijmaken voor een groot aantal mogelijke toepassingen van deze verbinding: de stof is nuttig om celbeschadiging bij hartaanvallen en beroertes te voorkomen, maar zou ook tijdens operaties kunnen worden aangewend om weefselschade te voorkomen.
De natuurlijke verbinding wordt nu al gebruikt in sommige geneesmiddelen, maar proeven op mensen zullen moeten aantonen of de stof in deze gevallen van nut kan zijn.