De verpakkingstechnologie concentreert zich tegenwoordig resoluut op haar milieu-impact. Er wordt gezocht naar maatregelen om de ecologische voetafdruk van al dat ‘wegwerpspul’ te verkleinen. Hoe zit het met de verpakkingen van bioplastic?
Bij de meeste voorverpakte voedingswaren is de verpakking meestal goed voor een aanzienlijk deel van de uitstoot van broeikasgassen (BKG’s). De impact van de verpakking verkleinen is dan ook een van de prioriteiten waar veel merken aan willen gaan werken om hun ecologische voetafdruk te verkleinen, naast maatregelen om de impact van het transport en het energieverbruik te verminderen.
Sommige merken concentreren zich vooral op de verlaging van het verpakkingsgewicht. Dat geldt onder meer voor de mineraalwaterfabrikanten. Een voorbeeld: voor een petfles van 1,5 liter kun je met een gewichtsverlaging van 4,5 gram (oftewel 8%) al 510 ton plastic per jaar besparen. Mensen aanzetten om te sorteren en te recycleren, bewustmaking en educatie van de consument, zoals bijvoorbeeld Fost Plus dat in België met succes doet, zijn andere belangrijke elementen in die aanpak. Maar om een duurzame visie op verpakking te ontwikkelen, die minder afhankelijk is van fossiele grondstoffen, moeten we naar Brazilië…
Suikerriet en plantaardig materiaal
De grote merken kijken momenteel allemaal richting Zuid-Amerika, en naar Brazilië in het bijzonder, een van de grootste voorraadschuren van suikerriet ter wereld. Die plant ligt namelijk aan de basis van een nieuw plastic van plantaardige oorsprong: hogedichtheidpolyethyleen. Het productieproces is vrij eenvoudig. Het suikerriet wordt geoogst en naar de distilleerderij gebracht. Het suikerrietsap dat wordt verkregen door mechanische persing wordt vervolgens gedistilleerd om ethanol te maken. Dat wordt dan weer gedehydreerd en gepolymeriseerd tot een polyethyleen van plantaardige oorsprong, voor alle duidelijkheid een bioplastic dus. Dat proces kan volledig of gedeeltelijk zijn.
Sommige merken blijven nog plastic van fossiele oorsprong mengen met plastic van plantaardige oorsprong. De uitdaging zit vooral in het vinden van een commercieel haalbare en duurzame manier om het einddoel te halen. Deze verpakkingen van het nieuwe type worden meestal met de boot naar hun eindbestemming gebracht, om ook de ecologische voetafdruk van het transport binnen de perken te houden.
Wat verandert er?
Op het eerste gezicht niets, alleen is de verpakking (vooral bij flessen) een tikje lichter. Qua uitstoot van broeikasgassen loopt de CO2-winst voor de meeste fabrikanten op tot duizenden tonnen per jaar. In tegenstelling tot de papieren verpakkingen, zoals broodzakken, zijn die van bioplastic echter niet biologisch afbreekbaar. Flessen van plantaardige oorsprong moeten met het PMD worden gerecycleerd.
De merken voeren deze verandering geleidelijk in, maar voor bepaalde productcategorieën gaat het sneller. Een algemeen gebruik wereldwijd van deze verpakkingsvorm zou binnenkort dan ook werkelijkheid moeten worden (zowel voor verpakkingen in het algemeen als voor de verhouding bioplastic in vergelijking met gewoon plastic), zeker als ook de verdelers het initiatief zullen volgen. België is in elk geval een van de eerste landen die deze generatie verpakkingen is gaan gebruiken.
Een debat over de hulpbronnen
Bij de lancering van deze aanpak, nu twee jaar geleden, gingen er stemmen op tegen het gebruik van natuurlijke hulpbronnen uit een land dat zo kwetsbaar is (op het gebied van biodiversiteit) als Brazilië. Alle merken hebben daarover echter dezelfde geruststellende mening. Brazilië beschikt nog over voldoende akkerland om rietsuiker te telen zonder de voedselvoorziening te ontregelen.
Ook de keuze voor suikerriet is niet toevallig. De teelt van suikerriet vereist zeer weinig irrigatie en is voornamelijk afhankelijk van de neerslag. Het gewas is bijzonder resistent en wordt mechanisch geoogst. Bovendien wordt het meeste suikerriet voor de productie van ethanol in Zuid- en Centraal-Brazilië geteeld, meer dan tweeduizend kilometer van het Amazonewoud, en meestal op oude uitgeputte weilanden en braakliggend grasland. In theorie zou deze productie dus geen impact hebben op het oerwoud.
En morgen het afval…
Bioplastic heeft duidelijk toekomst. Zeker aangezien de centra voor onderzoek en ontwikkeling niet langer op zoek zijn naar nieuwe kandidaat-planten, maar naar oplossingen voor het huishoudelijke en agrarische afval. Een van de pisten voor de toekomstige generaties verpakkingen is die van de boomschors. Andere kiezen dan weer voor de stelen en schillen van groenten en fruit.
Sommige materialen zijn al verkrijgbaar, denk aan wegwerpverpakkingen (en wegwerpservies) op basis van de resten van bamboestengel, bamboeriet en gemodificeerd maïszetmeel. Het industriële gebruik daarvan is echter nog te beperkt om er nu al het merendeel van de consumenten dagelijks mee in contact te brengen. Het voordeel zit hoofdzakelijk in het feit dat ze biologisch afbreekbaar zijn: 20 dagen tot 2 maanden, tegen 2 tot 5 maanden voor papier, 30 tot 40 jaar voor nylon, 50 tot 80 jaar voor plastic, 50 tot 100 jaar voor aluminium en… meer dan 100 jaar voor ijzer! Het uiteindelijke doel is natuurlijk het verkrijgen van een 100% hernieuwbaar materiaal, maar daarvoor zullen we nog enkele jaren geduld moeten oefenen.