Na een lange periode van verzet, waarin de voedingsindustrie ons probeerde wijs te maken dat er geen slechte producten waren, maar alleen slechte eetgewoonten – een manier om voedingsproblemen in de schoenen van de consument te schuiven en niet te wijten aan de samenstelling van de producten – is er nu een nieuw tijdperk aangebroken: dat van de nieuwe formules. Tegenwoordig zijn er steeds meer bedrijven die minder voedingsstoffen gaan gebruiken die niet langer ‘voedingskundig correct’ worden geacht, zoals zout, suikers, vetten en transvetzuren.
Dat lagere gebruik verloopt dan volgens twee scenario’s: een kleine vermindering die vrijwel niets verandert aan de zintuiglijke waarneming en die dus wellicht door de meeste bedrijven zal worden toegepast, of een drastische vermindering met zintuiglijk veel beter waarneembare wijzigingen die veel consumenten zullen doen afhaken. In beide gevallen kan deze spontane herformulering worden gestimuleerd en gemotiveerd door mededelingen, beweringen en toelichtingen dat dit alles gebeurt met het welzijn van de consument voor ogen.
Daarom heeft de Europese Commissie een voorstel in elkaar gestoken met de bedoeling om de reglementering over voedingsclaims te wijzigen. Op dit ogenblik mag je volgens deze reglementering niet verwijzen naar een verlaagd vet- of suikergehalte als dit niet lager is dan 30%. Maar, wonder boven wonder, het Europees Parlement blokkeert dit voorstel nu omdat het de consument in de war zou brengen en omdat het nieuwe formuleringen onvoldoende stimuleert…
Te hoge eisen stellen en een mededeling afblokken over herformuleringen die geen 30% vermindering halen – heeft dat geen averechts effect op de motivatie om de ingeslagen weg te blijven volgen? Is een vermindering van 15 of 20% in een groot aantal producten niet beter dan een vermindering van 30% alleen in chips en frisdrank?
Zijn de Europese burgers te dom om te snappen wat een verminderingspercentage inhoudt en zijn ze niet in staat om de draagwijdte daarvan in te schatten? Hebben de Europarlementsleden zich die vragen gesteld? In de mededeling van het Europees Parlement staat niets waar we dat uit kunnen opmaken. Kortom, een product kan uitschreeuwen dat het 20% voordeliger is, dat het 10% meer bevat, maar niet dat het 20% minder vet of suiker bevat. En dat noemen ze dan een transparant beleid. Vreemd hoor…