Volgens een Zweedse studie uitgevoerd door de Universiteit van Göteborg heeft een matig alcoholgebruik inderdaad een beschermende werking op hart- en bloedvaten. Dit zou echter slechts gelden voor 15% van de bevolking, namelijk voor wie een bepaald genotype bezit.
Volgens de auteurs zouden slechts een paar ‘geluksvogels’ profiteren van de beschermende werking, en dit bevestigt de resultaten van eerdere studies. Aan het onderzoek namen 618 Zweedse volwassenen deel met een coronaire hartziekte en 3000 gezonde proefpersonen als controlegroep.
De vrijwilligers werden verdeeld in subgroepen op basis van hun alcoholgebruik en ondergingen verschillende tests om de aanwezigheid of afwezigheid te bepalen van een bepaald genotype van het cholesterylester-transfereiwit (CETP).
Het beschermende effect van een matige alcoholconsumptie zou te danken zijn aan een verhoging van de HDL-cholesterol geassocieerd met een verminderde activiteit van dit CETP. De cardiovasculaire bescherming zou echter beperkt zijn tot dragers van het genotype CETP Taql B2B2.
Volgens de schattingen van de auteurs was dit slechts het geval voor 15% van de mannen die deelnamen aan het onderzoek (en niet voor de vrouwen). Ze waarschuwen echter dat dit verschil tussen de geslachten zou kunnen worden verklaard doordat er maar weinig vrouwen aan de studie deelnamen.
De mechanismes betrokken bij dit fenomeen zijn vandaag nog niet bekend. Wel is zeker dat er sprake moet zijn van een combinatie van de twee factoren: een matige alcoholconsumptie én de aanwezigheid van dit specifieke genotype. Op zichzelf hebben een matig alcoholgebruik of de aanwezigheid van het genotype CETP Taql B2B2 geen significante invloed op de gezondheid van hart en bloedvaten.
Mehliga K. et al., Alcohol, Volume 48, Issue 7, November 2014, Pages 695–700.